In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek tot wijziging van de CO2-uitstoot in het kentekenregister van 190 gram per kilometer naar 124 gram per kilometer. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.M. Bothof, had een voertuig met het kenteken [kentekennummer] dat in mei 2020 uit Duitsland was geïmporteerd. Op 27 juni 2022 diende zij een verzoek in tot wijziging van de CO2-uitstoot, naar aanleiding van een naheffing BPM. De RDW heeft dit verzoek afgewezen met een besluit op 8 augustus 2022, waarna eiseres bezwaar maakte. De rechtbank heeft het beroep op 14 juni 2023 behandeld, waarbij vertegenwoordigers van zowel eiseres als de RDW aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de RDW in redelijkheid het verzoek van eiseres heeft kunnen afwijzen. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat de RDW de CO2-uitstoot heeft vastgesteld conform de geldende werkinstructie. Eiseres heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat de CO2-uitstoot op 124 gram per kilometer had moeten worden vastgesteld. De rechtbank wijst erop dat de RDW beleidsruimte heeft in deze zaak en dat de afwijzing van het verzoek niet leidt tot een schending van artikel 110 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers en openbaar gemaakt op 21 juli 2023.