ECLI:NL:RBZWB:2023:5244

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
AWB- 22_4740
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres inzake de toekenning van huishoudelijke hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat haar 160 minuten per week huishoudelijke hulp had toegekend. Na een hoorzitting op 29 augustus 2022, heeft het college het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en de hulp verhoogd naar 176 minuten per week. Eiseres heeft beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat deze toekenning onvoldoende is gezien haar medische aandoeningen en de bewerkelijkheid van haar woning.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres lijdt aan diverse ernstige gezondheidsproblemen, waaronder reuma, COPD en diabetes, en dat zij op 28 juni 2022 bij het college heeft gemeld dat zij problemen ondervond in de huishouding. De rechtbank heeft de besluitvorming van het college beoordeeld aan de hand van het nieuwe beleid dat sinds 1 januari 2020 van kracht is, waarbij de algemene voorziening Hulp aan Huis is komen te vervallen en alleen nog maatwerkvoorzieningen worden verstrekt. De rechtbank concludeert dat het college op goede gronden de toekenning van 176 minuten per week heeft vastgesteld, en dat het college voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie van eiseres, ondanks het ontbreken van een huisbezoek.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en stelt dat eiseres zich bij een verdere verslechtering van haar situatie kan wenden tot het college voor een nieuw onderzoek. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, op 21 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/4740 WMO15

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,

en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg(college), verweerder,

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres in het kader van de toekenning van huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo).
Met een besluit van 14 juli 2022 (primair besluit) heeft het college aan eiseres
160 minuten per week huishoudelijke hulp toegekend vanaf 29 augustus 2022. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Nadat het college eiseres op 29 augustus 2022 heeft gehoord over haar bezwaar, heeft het college met een besluit van 22 september 2022 (bestreden besluit) het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard. Eiseres heeft bij deze rechtbank beroep ingesteld tegen het bestreden besluit en heeft aanvullende informatie overgelegd. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank in Breda op 26 mei 2023. Hierbij was aanwezig: namens het college [naam vertegenwoordiger] . Eiseres is, met bericht van verhindering, niet verschenen.
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Overwegingen van de rechtbank

2.
Feiten en omstandigheden
2.1.
Eiseres, geboren op [geboortedatum] , heeft last van vier soorten reuma, COPD, diabetes, scoliose, versleten knieën/enkels, CVS, allergieën (o.a. huisstofmijt), een spastische darm en een slecht werkende blaas.
2.2.
Eiseres heeft zich op 28 juni 2022 gemeld bij het college, omdat zij problemen in de huishouding ervoer. Op dat moment ontving eiseres 4 uur per week hulp in de huishouding (3 uur algemene voorziening en 1 uur maatwerkvoorziening wegens het bezit van een hond) van [naam bedrijf] . In het kader van de melding heeft het college op 30 juni 2022 telefonisch een ‘keukentafelgesprek’ gevoerd met eiseres en haar mantelzorger, de heer [naam man] .
3.
Bestreden besluitvorming
3.1.
In het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard, in die zin dat eiseres met ingang van 29 augustus 2022 recht heeft op 176 minuten huishoudelijke hulp per week in plaats van de in het primaire besluit toegekende 160 minuten per week.
3.2.
Het college legt aan de besluitvorming ten grondslag dat het beleid [1] voor het toekennen van Hulp aan Huis met ingang van 1 januari 2020 is gewijzigd. De algemene voorziening Hulp aan Huis is komen te vervallen en wordt alleen nog als maatwerkvoorziening Hulp aan Huis/Hulp bij het Huishouden (hierna: Hulp aan Huis) verstrekt.
Basistoekenning
3.3.
Het college heeft in het nieuwe beleid een normenkader vastgelegd waarin is bepaald dat de basistoekenning voor een schoon en leefbaar huis 125 minuten per week bedraagt. Hierbij wordt uitgegaan van het schoonhouden (nat en droog) van: keuken, woonkamer, badkamer, wc, hal en de als slaapkamer in gebruik zijnde kamers. Daarnaast bestaat de mogelijkheid tot meer of minder inzet Hulp aan Huis, indien dit noodzakelijk is, gelet op de beperkingen en belemmeringen van betrokkene, de samenstelling van het huishouden, extra vervuiling door een hulphond of in verband met de kenmerken van de woning. Op de basistoekenning van 125 minuten per week kan 15 minuten in mindering worden gebracht als betrokkene zelf nog huishoudelijke taken kan uitvoeren.
3.4.
Voor het schoon en leefbaar houden van het huis van eiseres is de basismodule van
125 minuten per week toegekend. Er is vastgesteld dat eiseres vanwege fysieke beperkingen niet in staat is om huishoudelijke taken te verrichten. Daarom is op de basismodule geen tijd in mindering gebracht.
Extra inzet in verband met COPD en allergieën
3.5.
Het college heeft verder – al in het primaire besluit – 30 minuten per week extra inzet toegekend, zodat de woning stofvrij kan worden gehouden in verband met de COPD en de allergieën van eiseres. Bovendien is het nat afnemen in de verschillende woonruimtes opgenomen in de basistoekenning van 125 minuten per week.
Wasverzorging
3.6.
De basismodule voor ondersteuning bij wasverzorging bedraagt 35 minuten per week bij een eenpersoonshuishouden. Daarbij wordt uitgegaan van twee wasgangen per week.
3.7.
Tijdens de hoorzitting in bezwaar is vast komen te staan dat de was drie keer per week wordt gedaan in verband met incontinentie, waarbij eiseres ondersteuning heeft van haar mantelzorger. De was opvouwen doet zij zelf. Van de drie wasgangen wordt er één door de huishoudelijke hulp verzorgd. Hiervan uitgaande kent het college daarom 16 minuten per week extra Hulp aan Huis toe voor ondersteuning in de wasverzorging.
Extra kamer
3.8.
Eiseres heeft in haar gelijkvloerse appartement een extra slaapkamer. Deze kamer wordt gebruikt als opslag. Het college heeft conform het beleid voor een extra kamer die niet als slaapkamer in gebruik is 5 minuten per week extra Hulp aan Huis toegekend.
Strijken
3.9.
Het college heeft eiseres geadviseerd om strijkvrije kleding te dragen. Conform het beleid wordt er voor strijken geen Hulp aan Huis toegekend, tenzij het dragen van gestreken bovenkleding om medische redenen noodzakelijk is en iemand daar niet zelf voor kan (laten) zorgen. Uit het onderzoek van het college is niet gebleken dat eiseres aan die voorwaarden voldoet, waardoor voor strijken geen extra minuten zijn toegekend.
Bewerkelijkheid van de woning
3.10.
Eiseres heeft in de bezwaarfase een Whatsapp-videobericht (filmpje met de inrichting van de woning) naar het college gestuurd ter ondersteuning van haar standpunt dat haar woning bewerkelijker is vanwege de hoeveelheid spullen die afgestoft moet worden. Volgens het beleid is in sommige gevallen sprake van bouwkundige kenmerken van de woning (bewerkelijkheid, grootte of inrichting) die enige extra inzet nodig kunnen maken. Hiervan is het college niet gebleken, dus zijn hiervoor geen extra minuten toegekend. Verweerder in de bezwaarfase kennis genomen van de inhoud van het Whatsapp-videobericht. Het Whatsappbericht is niet meer beschikbaar, zo heeft de gemachtigde van verweerder daarnaar gevraagd ter zitting verklaard.
Gewijzigd beleid
Standpunt college
3.11.
Het college baseert de vaststelling van het aantal minuten Hulp aan Huis – in tegenstelling tot het verleden – op objectief en onafhankelijk onderzoek. Dat heeft er toe geleid dat eiseres, ondanks dat volgens haar haar situatie is verslechterd, voor minder Hulp aan Huis in aanmerking komt dan in het verleden. Volgens het college heeft eiseres inmiddels geen hond meer en is 176 minuten per week voldoende om de woning van eiseres schoon en leefbaar te houden. De inrichting van de woning van eiseres geeft het college geen aanleiding tot een ander oordeel.
Beroepsgronden
4. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat de toegekende maatwerkvoorziening voor huishoudelijke hulp van 176 minuten per week niet voldoende is. Zij heeft een slechte gezondheid en haar woning kan niet in 160 minuten schoongemaakt worden. De voorheen toegekende 4 uur per week is ten minste nodig, gelet op de medische aandoeningen en de bewerkelijkheid van de woning. Zij bestrijdt dat er voorheen 1 uur maatwerkvoorziening was toegekend vanwege haar hond. Er is sprake van extra werk vanwege COPD, allergieën en incontinentie. Ook is er niemand bij haar thuis geweest om te beoordelen wat zij medisch gezien nog kan, hetgeen zij onzorgvuldig vindt.
Beoordeling door de rechtbank
5.1.
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of het college op goede gronden aan eiseres over een periode van 5 jaar (van 29 augustus 2022 tot en met 28 augustus 2027)
176 minuten (2 uur en 56 minuten) per week Hulp aan Huis heeft toegekend, met een overgangsperiode van 14 juli 2022 tot en met 13 oktober 2022 van 180 minuten (3 uur) Hulp aan Huis en vanaf 14 oktober 2022 176 minuten Hulp aan Huis.
5.2.
Het college heeft de toekenning gebaseerd op nieuw beleid en het blokkenschema, dat, zoals het college ter zitting heeft toegelicht, gelijk is aan het Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019 van Bureau HHM (HHM-Normenkader). Op grond daarvan is 125 minuten per week basistijd toegekend en daarnaast, wegens de persoonlijke situatie van eiseres, aanvullende tijd voor extra schoonmaken, een extra kamer en extra wasverzorging.
5.3.
De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2022 (Verordening) bepaalt dat het college zich bij de toekenning van ondersteuning bij het huishouden richt op de resultaten het schoon en leefbaar houden van de woning en het beschikken over schone en draagbare kleding. Het schoon en leefbaar houden van de woning heeft uitsluitend betrekking op woonruimten binnen de woning. Buitenruimten vallen hier niet onder.
In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2022 (Besluit), dat gelijkluidend is aan het door verweerder aangehaalde beleid uit 2021, is bepaald dat de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden uit gaat van een modulair systeem met de onderdelen: basisuren voor een schoon en leefbaar huis en aanvullende uren voor wasverzorging en voor een schoon en leefbaar huis. Voor het bepalen van het aantal benodigde uren/minuten voor Hulp aan Huis wordt gebruik gemaakt van het blokkenschema zoals opgenomen in de Verordening. Deze modules, wat daaronder wordt verstaan en hoeveel uren daarvoor worden verstrekt, zijn blijkens de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente [plaatsnaam] 2022 (Beleidsregels) gebaseerd op objectieve en onafhankelijke onderzoeken die zijn uitgevoerd door KPMG Plexus en Bureau HHM in 2016-2017. Als een betrokkene recht heeft op de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden, krijgt hij 108 basisuren per jaar/125 minuten per week voor licht en zwaar huishoudelijk werk in de woning. Het schoon en leefbaar houden van de woning heeft uitsluitend betrekking op woonruimten binnen de woning. Buitenruimten vallen hier niet onder. Daarnaast kunnen er aanvullende uren voor wasverzorging en een schoon en leefbaar huis worden toegekend vanwege: beperkingen en belemmeringen van de cliënt, samenstelling van het huishouden, extra vervuiling door een huisdier en kenmerken van de woning.
De voor de beoordeling van het beroep (verder) belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
5.4.
De rechtbank stelt vast dat het college bij het indiceren van de aan eiseres toegekende maatwerkvoorziening gebruik heeft gemaakt van het HHM-normenkader uit 2019. Dat kader is een vervolg op een normenkader dat in 2016 is opgesteld door KPMG Plexus en HHM (hierna: KPMG-rapport). De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in onder meer de uitspraak van 10 december 2018 [2] geoordeeld dat het normenkader uit het KPMG-rapport voor het resultaatgebied "schoon en leefbaar huis" als zijnde een standaardmodule voldoende objectief en deugdelijk is.
5.5.
In het HHM-normenkader is voor een "gemiddelde cliëntsituatie" een normtijd van 108 uur per jaar voor een schoon en leefbaar huis vastgesteld. Ook zijn aan de hand van de factoren kenmerken cliënt, kenmerken huishouden en kenmerken woning normtijden vastgesteld voor meer of minder inzet (de beïnvloedende factoren). Deze normtijden, die zijn neergelegd in de Beleidsregels van het college, berusten op onderzoek door één van de onderzoeksbureaus die het onderzoek hebben verricht dat ten grondslag ligt aan het KPMG-rapport. Dit onderzoek is voorts uitgevoerd op een wijze die overeenkomt met het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het KPMG-rapport [3] . De rechtbank is dan ook van oordeel dat het college voor zijn beleid, wat betreft de basisuren en de beïnvloedende factoren, mag uitgaan van het HHM-normenkader.
5.6.
Omdat de maatwerkvoorziening moet zijn afgestemd op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de cliënt is steeds vereist dat het college een onderzoek doet naar alle van belang zijnde individuele feiten en omstandigheden. Indien dit onderzoek uitwijst dat toepassing van de urennorm, vanwege beïnvloedingsfactor(en) en/of het ontbreken van eigen kracht in een individuele situatie niet leidt tot een passende bijdrage in de zelfredzaamheid en participatie, zal het college van de urennorm moeten afwijken. Bovendien moet het college meer uren verstrekken indien het onderzoek uitwijst dat zich bijzondere omstandigheden voordoen waarmee in de urennorm geen of onvoldoende rekening is gehouden, zoals een medische noodzaak om een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden te realiseren.
5.7.
De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat het college in dit geval onvoldoende onderzoek heeft verricht als hiervoor bedoeld en de door hem toegekende tijd voor huishoudelijke hulp onvoldoende heeft gemotiveerd. Hoewel college geen huisbezoek heeft afgelegd maar telefonisch contact heeft gehad met eiseres, had het college op het moment van de bestreden besluitvorming een voldoende helder beeld van de woonsituatie van eiseres en haar medische problematiek. Hierbij acht de rechtbank van belang dat het gedurende de coronapandemie niet mogelijk was voor het college om een fysiek huisbezoek af te leggen aan de woning van eiseres. Dat was voor eiseres ook de reden om in de bezwaarfase de inrichting van haar woning te laten zien met een Whatsapp-videobericht, dat door het college is meegenomen in de besluitvorming. Hierdoor had het college – in aanvulling op het reeds bekende beeld van de woning – ook een actueel beeld daarvan ten tijde van de besluitvorming.
5.8
Ten aanzien van de medische problematiek acht de rechtbank van belang dat eiseres geen (nieuwe) medische gegevens heeft overgelegd waaruit blijkt dat het college op basis van zijn voorgeschiedenis met eiseres een onjuist beeld had van haar medische problematiek. Ten slotte overweegt dat rechtbank dat anders dan voorheen, eiseres niet meer beschikte over een huisdier, zodat er geen aanleiding meer bestond hiervoor extra tijd toe te kennen. Het onderzoek van het college kan in deze zaak de rechterlijke toets doorstaan en het bestreden besluit houdt stand.
5.9.
Het college heeft op goede gronden aan eiseres over een periode van 5 jaar (van 29 augustus 2022 tot en met 28 augustus 2027) 176 minuten (2 uur en 56 minuten) per week Hulp aan Huis toegekend, met een overgangsperiode van 14 juli 2022 tot en met 13 oktober 2022 van 180 minuten (3 uur) Hulp aan Huis en vanaf 14 oktober 2022 176 minuten Hulp aan Huis.
5.1
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat eiseres zich bij een (verdere) verslechtering van haar situatie kan wenden tot het college voor een nieuw onderzoek in het kader van de Wmo-maatwerkvoorziening Hulp aan Huis. Het college heeft zich bereid verklaard daartoe op korte termijn (alsnog) een huisbezoek af te leggen om de actuele situatie te beoordelen.

Conclusie en gevolgen

6. Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank het beroep ongegrond verklaart. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 21 juli 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Artikel 1.1.1
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning;
- maatschappelijke ondersteuning:
1°. bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld,
2°. ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving,
3°. bieden van beschermd wonen en opvang;
- maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:
1°. ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen,
2°. ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen,
3°. ten behoeve van beschermd wonen en opvang;
- zelfredzaamheid: in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden.
Artikel 1.2.1
Een ingezetene van Nederland komt overeenkomstig de bepalingen van deze wet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening, bestaande uit:
a. door het college van de gemeente waarvan hij ingezetene is, te verstrekken ondersteuning van zijn zelfredzaamheid en participatie, voor zover hij in verband met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat is tot participatie,
Artikel 2.3.1
Het college draagt er zorg voor dat aan personen die daarvoor in aanmerking komen, een maatwerkvoorziening wordt verstrekt.
Artikel 2.3.2
4. Het college onderzoekt:
a. de behoeften, persoonskenmerken en de voorkeuren van de cliënt;
b. de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te verbeteren of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
c. de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
d. de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;
e. de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, onderscheidenlijk de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
f. de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
g. welke bijdragen in de kosten de cliënt met toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.1.4 en 2.1.4a, verschuldigd zal zijn.
Artikel 2.3.5
1. Het college beslist op een aanvraag:
a. van een ingezetene van de gemeente om een maatwerkvoorziening ten behoeve van zelfredzaamheid en participatie;
3. Het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2022
Artikel 3.3 Hulp aan Huis
1. De algemene voorziening Hulp aan Huis blijft bestaan voor cliënten die op uiterlijk
31 december 2019 zijn toegelaten tot deze voorziening.
3. Cliënten met een algemene voorziening Hulp aan Huis, de zogenaamde overgangscliënten, worden gefaseerd via een indicatie omgezet naar de maatwerkvoorziening Hulp aan Huis.
4. Tot deze beoordeling wordt het aantal uren van de algemene voorziening vastgezet op het aantal uren per week dat ze hadden in 2019. Indien een cliënt meer uren wenst zal er meteen een indicatie plaatsvinden voor de maatwerkvoorziening Hulp aan Huis.
5. Het college stelt nadere regels.
Artikel 4.1 Criteria voor een maatwerkvoorziening
1. Het college neemt het verslag als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanvraag om een maatwerkvoorziening.
2. Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
a. ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.2 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven,
Artikel 4.5 Aanvullende criteria voor hulp bij het huishouden
1. Bij de toekenning van ondersteuning bij het huishouden in de vorm van een maatwerkvoorziening richt het college zich op één of meerdere van de volgende resultaten:
a. het schoon en leefbaar houden van de woning;
b. het beschikken over schone en draagbare kleding.
2. Het schoon en leefbaar houden van de woning heeft uitsluitend betrekking op woonruimten binnen de woning. Buitenruimten vallen hier niet onder.
5. Het college stelt nadere regels.
Artikel 11.3 Besluit en Beleidsregels
Het college stelt een Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg en beleidsregels vast. Hierin neemt het nadere regels op over de uitvoering van deze verordening, over de omvang van verstrekkingen en over de omvang van de eigen bijdrage.
Artikel 11.5 Intrekking oude verordening en overgangsrecht
1. De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021 wordt ingetrokken.
2. Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2021, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2022
Artikel 4.2 Aantal uren Hulp bij het Huishouden
De maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden gaat uit van een modulair systeem met drie onderdelen:
  • Basisuren voor een schoon en leefbaar huis
  • Aanvullende uren voor wasverzorging
  • Aanvullende uren schoon en leefbaar huis
Voor het bepalen van het aantal benodigde uren/minuten voor Hulp aan Huis wordt gebruik gemaakt van het blokkenschema zoals opgenomen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg.
In de beschikking wordt het gemiddeld aantal uren/minuten per week opgenomen.
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2022
Hulp bij het Huishouden (Hulp aan Huis)
Maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden
Per 1 januari 2020 is de algemene voorziening Hulp aan Huis niet langer toegankelijk voor nieuwe cliënten. Bestaande cliënten (toegelaten tot en met 31 december 2019) mogen gebruik blijven maken van de algemene voorziening totdat ze zijn beoordeeld voor de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden.
Deze beleidsregels hebben betrekking op de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden.
Modulair systeem
Het college wil cliënten die dat nodig hebben passende ondersteuning bieden bij de huishoudelijke taken die zij niet zelf, of met behulp van hun partner/gezin of sociale netwerk, kunnen uitvoeren.
De resultaten van maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden zijn:
  • Het huis is schoon en leefbaar
  • De cliënt beschikt over schone en draagbare kleding.
De maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden gaat uit van een modulair systeem met drie onderdelen:
  • Basisuren voor schoon en leefbaar huis
  • Aanvullende uren voor wasverzorging
  • Aanvullende uren schoon en leefbaar huis
Deze modules, wat daaronder wordt verstaan en hoeveel uren daarvoor worden verstrekt, zijn gebaseerd op objectieve en onafhankelijke onderzoeken die zijn uitgevoerd door KPMG Plexus en Bureau HHM in 2016 - 2017 in opdracht van diverse gemeenten en die juridisch zijn getoetst door verschillende rechtbanken en de Centrale Raad van Beroep. De uitwerking van de maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden zoals verwoord in deze beleidsregels is in samenspraak met bureau HHM opgesteld.
Basisuren voor schoon en leefbaar huis
Als een cliënt recht heeft op de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden, krijgt hij 108 basisuren per jaar (gebaseerd op 125 minuten per week) voor licht en zwaar huishoudelijk werk in de woning (zoals opgenomen in bijlage 4 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg). Voor het schoonhouden van de ruimten buiten de woning zoals de ramen, het terras, de tuin of het balkon wordt geen ondersteuning geboden.
Aanvullende uren voor wasverzorging
Als een cliënt ondersteuning nodig heeft bij de wasverzorging, krijgt hij 30 uur per jaar (gebaseerd op 35 minuten per week) bij een 1 persoonshuishouden of 37 uur per jaar (gebaseerd op 43 minuten per week) voor een 2 of meerpersoonshuishouden.
Extra tijd voor strijken wordt in principe niet toegekend, maar alleen als het dragen van gestreken bovenkleding om medische redenen nodig is en iemand zelf daar niet voor kan (laten) zorgen. Hiervoor krijgt de cliënt 17 uur per jaar (gebaseerd op 20 minuten per week) toegekend. Het uitgangspunt hierbij is dat de cliënt zorgt voor strijkvrije kleding.
Indien er sprake is van een noodzaak van meer wasgangen per week als gevolg van een beperking of belemmering van de cliënt (zoals veel knoeien, incontinentie, extra zweten, medische behandelingen, et cetera) kan hier extra tijd voor worden toegekend. Deze extra tijdsinzet is 14 uur per jaar (16 minuten per week) per extra benodigde wasgang.
Aanvullende uren schoon en leefbaar huis
Het kan zijn dat de basisuren onvoldoende zijn om een schoon en leefbaar huis te realiseren dat niet vervuilt. Dat kan komen door:
  • Beperkingen en belemmeringen van de cliënt
  • Samenstelling van het huishouden
  • Extra vervuiling door een huisdier
  • Kenmerken van de woning.
Het kan voorkomen dat bovenstaande kenmerken leiden tot de noodzaak om van aanvullende uren toe te kennen. Dit wordt bekeken per individueel geval. Let op dat de aanwezigheid van deze kenmerken niet automatisch leidt tot meer inzet. Het is steeds de vraag aan de Toegang of een kenmerk leidt tot extra vervuiling of vraag om een extra niveau van schoon, waardoor meer inzet nodig is.
Beperkingen of belemmeringen van de cliënt
Beperkingen en belemmeringen van de cliënt, kunnen gevolgen hebben voor de benodigde inzet. De hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is, is leidend, niet de problematiek zoals zodanig. Voorbeelden zijn Huntington, ALS, Parkinson, dementie, visuele beperking, revalidatie, bedlegerig, psychische aandoeningen, verslaving/alcoholisme e.d. Dit kan op twee manieren uitwerken:
  • Het kan nodig zijn extra vaak schoon te maken of te wassen, daardat meer vervuiling optreedt. Bijvoorbeeld als gevolg van rolstoelgebruik, ernstige incontinentie, overmatig zweten, (ernstige) tremoren, besmet wasgoed (bijvoorbeeld bij chemokuur of Norovirus).
  • Het kan nodig zijn de woning extra goed schoon te maken. Ter voorkoming van problemen bij de cliënt voorkomend uit bijvoorbeeld allergie, astma, longemfyseem of COPD.
Als er enige extra inzet nodig is, is deze 26 uur per jaar (30 minuten per week). Als er veel extra inzet nodig is, is deze 52 uur per jaar (60 minuten per week).
Samenstelling huishouden
Een niet in gebruik zijnde extra (slaap)kamer (hobbykamer, computerkamer, werkkamer, logeerkamer o.i.d.) moet wel periodiek worden schoongemaakt om het huis als geheel schoon en leefbaar te houden c.q. niet te laten vervuilen. Dit betreft 4 uur op jaarbasis
(5 minuten per week).
Overige kenmerken woning
In sommige gevallen, dit komt beperkt voor in de praktijk, is sprake van bouwkundige kenmerken van de woning die enige extra inzet van ondersteuning nodig kunnen maken. Dat betreft een extra bewerkelijke woning, een extra grote woning of de inrichting van de woning. Dit vergt 13 uur per jaar (15 minuten per week).
Ten aanzien van de inrichting (bijvoorbeeld overal beeldjes, propvol) wordt met de cliënt overlegd of een oplossing mogelijk is die maakt dat geen extra inzet nodig is. Een grotere woning kan soms ook makkelijker worden schoongemaakt, waardoor uiteindelijk geen extra tijd nodig is. Ruimtes als een garage en zolder worden niet tot dit resultaat gerekend. Een extra bewerkelijke woning kan te maken hebben met hoekjes en randjes, tocht en stof en dergelijke.

Voetnoten

1.Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2022)
2.Zie de uitspraak van de CRvB van 10 december 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3835.
3.zie pagina 14 van het HHM-normenkader