Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende 1] , wonende in Duitsland,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), de minister.
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de minister tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbenden tot een bedrag van € 100;
- veroordeelt de inspecteur tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbenden tot een bedrag van € 900;
- gelast dat de inspecteur de helft van door belanghebbenden voor het jaar 2017 betaalde griffierechten aan hen vergoedt, zijnde een bedrag € 50;
- gelast dat de minister de helft van door belanghebbenden voor het jaar 2017 betaalde griffierechten aan hen vergoedt, zijnde een bedrag € 50.
Informatie over hoger beroep
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.