ECLI:NL:RBZWB:2023:4998
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een verzuimboete die aan de belanghebbende is opgelegd in verband met de aanslag vennootschapsbelasting 2018. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 365,-. De griffier had belanghebbende in een aangetekende brief van 26 februari 2023 nogmaals de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar belanghebbende heeft dit niet gedaan.
De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan worden verontschuldigd als er een goede reden voor is. Aangezien belanghebbende geen enkele reden heeft opgegeven voor het verzuim, is er geen sprake van een verontschuldiging. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.