ECLI:NL:RBZWB:2023:4997
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda behandeld. De zaak betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de belanghebbende was opgelegd. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. Dit niet betalen is niet verontschuldigbaar, aangezien de belanghebbende geen goede reden heeft opgegeven voor het verzuim.
De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden betaald. De griffier had de belanghebbende in een aangetekende brief van 25 februari 2023 nogmaals de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te voldoen, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor blijft het bestreden besluit van de heffingsambtenaar in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.