ECLI:NL:RBZWB:2023:4985
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de kwalificatie van activiteiten als levering van goederen of als bemiddelingsdienst in het belastingrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De rechtbank behandelt de naheffingsaanslagen omzetbelasting die aan belanghebbende zijn opgelegd voor de tijdvakken van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 en van 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020. Belanghebbende, die parfums aanbiedt via Bol.com, stelt dat haar activiteiten moeten worden gekwalificeerd als een bemiddelingsdienst, terwijl de inspecteur van mening is dat het gaat om de levering van goederen.
De rechtbank concludeert dat de activiteiten van belanghebbende inderdaad kwalificeren als levering van goederen. Dit oordeel is gebaseerd op de feiten dat belanghebbende de parfums bestelt bij aanbieders, deze laat afleveren op haar eigen adres, en vervolgens de parfums opnieuw verpakt en verzendt naar de afnemers. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende de macht heeft om als eigenaar over de goederen te beschikken, wat essentieel is voor de kwalificatie als levering van goederen. De rechtbank wijst erop dat de goedkeuring van de Duitse belastingautoriteiten voor de handelwijze van belanghebbende niet van invloed is op de juridische kwalificatie.
De beroepen van belanghebbende worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de naheffingsaanslagen en beschikkingen in stand blijven. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.