Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een tussenuitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat betrekking heeft op de ambtshalve wijziging en aanvulling van een in 1959 verleende vergunning voor de onttrekking van grondwater in het waterwingebied Sint Jansteen. De rechtbank heeft op 27 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en vertegenwoordigers van verweerder en vergunninghoudster aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de natuurwaarden binnen het waterwingebied en dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid. De rechtbank stelt vast dat de vergunning uit 1959, die oorspronkelijk niet onder de huidige natuurwetgeving viel, nu wel moet worden getoetst aan de huidige ecologische en chemische kwaliteitsdoelstellingen van de Waterwet. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om binnen zes maanden het gebrek in het besluit te herstellen door onderzoek te laten uitvoeren naar de gevolgen van de wateronttrekking voor de natuurwaarden van het gebied.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, waarbij ook de vergoeding van griffierecht en proceskosten nog niet aan de orde zijn. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.