ECLI:NL:RBZWB:2023:4820
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van dividendbelasting door een in Duitsland gevestigd beleggingsfonds
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van dividendbelasting door een in Duitsland gevestigd beleggingsfonds. De eiseres, een beleggingsfonds dat in Duitsland is opgericht, had verzocht om teruggaaf van ingehouden dividendbelasting over de boekjaren 2013, 2014 en 2015. De Belastingdienst had deze verzoeken afgewezen, waarna eiseres bezwaar aantekende. De Belastingdienst verklaarde de bezwaren ongegrond, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres.
Tijdens de zitting op 1 juni 2023 in Haarlem, waar de gemachtigde van eiseres en vertegenwoordigers van de Belastingdienst aanwezig waren, werd het geschil behandeld. Eiseres stelde dat zij recht had op teruggaaf van dividendbelasting op basis van het Unierecht, omdat zij vergelijkbaar zou zijn met een fiscale beleggingsinstelling (fbi). De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet vergelijkbaar was met een binnenlandse fbi en dat de afwijzing van de teruggaafverzoeken terecht was. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin werd vastgesteld dat buitenlandse beleggingsfondsen niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling van de afdrachtvermindering.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van verboden staatssteun, omdat de niet-toekenning van de teruggaaf aan eiseres voortvloeide uit de uitleg van de Unierechtelijke bepalingen. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.