ECLI:NL:RBZWB:2023:4817
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van dividendbelasting door een in Duitsland gevestigd beleggingsfonds
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van dividendbelasting door een in Duitsland gevestigd beleggingsfonds. De eiseres, een beleggingsfonds met meerdere participanten, had verzoeken ingediend om teruggaaf van dividendbelasting over de boekjaren 2011, 2012 en 2013. De inspecteur van de Belastingdienst had deze verzoeken afgewezen, waarna eiseres bezwaar had aangetekend. De inspecteur verklaarde de bezwaren ongegrond, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres.
Tijdens de zitting op 1 juni 2023 in Haarlem, waar de gemachtigde van eiseres en vertegenwoordigers van de Belastingdienst aanwezig waren, werd het geschil behandeld. De rechtbank oordeelde dat de verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting terecht waren afgewezen. Eiseres stelde dat zij recht had op teruggaaf op basis van het Unierecht, omdat zij vergelijkbaar zou zijn met een fiscale beleggingsinstelling (fbi). De rechtbank verwierp dit standpunt en verwees naar een arrest van de Hoge Raad, waarin werd vastgesteld dat buitenlandse beleggingsfondsen niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling van de afdrachtvermindering.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van verboden staatssteun, omdat de eiseres niet vergelijkbaar was met binnenlandse fbi's. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees erop dat er geen recht bestond op teruggaaf van dividendbelasting, noch op vergoeding van rente over de ingehouden belasting. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.