ECLI:NL:RBZWB:2023:4808
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar omgevingsvergunning voor hotel en woning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen een verleende omgevingsvergunning beoordeeld. De zaak betreft de bouw van een hotel en een woning in [plaatsnaam 1]. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 31 maart 2021 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis was verleend. Dit bezwaar werd op 5 januari 2022 door het college niet-ontvankelijk verklaard, waarop eiser beroep instelde.
De rechtbank heeft het beroep gelijktijdig behandeld met andere beroepen en op 21 maart 2023 een zitting gehouden. Eiser was niet persoonlijk aanwezig, maar zijn gemachtigde en de gemachtigde van het college waren wel aanwezig. De rechtbank heeft de argumenten van eiser en het college gewogen en geconcludeerd dat het college terecht heeft geoordeeld dat eiser geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser woont op ongeveer 200 meter van het bouwperceel en heeft geen zicht op het perceel, waardoor hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende.
De rechtbank oordeelt dat de gevolgen van de bouw voor eiser niet van enige betekenis zijn, en dat hij zich niet voldoende onderscheidt van anderen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.