ECLI:NL:RBZWB:2023:4796

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juni 2023
Publicatiedatum
10 juli 2023
Zaaknummer
C/02/407615/ KG ZA 23-125 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R. Römers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Botsing van fundamentele rechten: vrijheid van meningsuiting versus recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in het kader van boekpublicatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben eisers, bestaande uit drie personen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die een boek heeft geschreven over zijn leven na de echtscheiding. De eisers vorderen een verbod op de publicatie van het boek, omdat zij menen dat het boek inbreuk maakt op hun persoonlijke levenssfeer en privacy. De gedaagde, die het boek onder zijn eigen naam wil publiceren, stelt dat hij met zijn boek een maatschappelijk probleem, namelijk ouderverstoting, aan de kaak wil stellen en dat hij recht heeft op vrijheid van meningsuiting.

De rechtbank heeft de zaak achter gesloten deuren behandeld en heeft vastgesteld dat er een belangenafweging moet plaatsvinden tussen het recht op privacy van de eisers en het recht op vrijheid van meningsuiting van de gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelt dat de kans groot is dat de in het boek vermelde informatie herleidbaar is tot de eisers, vooral omdat het boek als waargebeurd wordt gepresenteerd en de gedaagde zijn volledige naam gebruikt. Bovendien bevat het boek privacygevoelige informatie, waaronder medische gegevens en details over een niet-openbare rechtszaak.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het recht op privacy van de eisers zwaarder weegt dan het recht op vrijheid van meningsuiting van de gedaagde. De voorzieningenrechter heeft daarom de vorderingen van de eisers toegewezen en de gedaagde verboden om het manuscript als boek te publiceren of op enige andere wijze openbaar te maken, onder verbeurte van een dwangsom. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eisers.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/407615 / KG ZA 23-125
Vonnis in kort geding van 26 juni 2023
in de zaak van

1.[eiser01] ,

2.
[eiser02],
3.
[eiser03],
allen wonende te [woonplaats01] ,
eisers,
advocaat: mr. R.J.M. Sintnicolaas te Oosterhout ,
tegen

1.[gedaagde01] ,

wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
advocaat: mr. M.C. Corbeij-Beukers,

2.2. BOEKSCOUT B.V.,

gevestigd te Soest ,
gedaagde,
verschenen in persoon van haar directeur de heer [naam01] .
Hierna worden eisers gezamenlijk [eisers01] genoemd. Afzonderlijk worden zij [eiser01] , [eiser02] en [eiser03] genoemd. Gedaagde 1 wordt [gedaagde01] genoemd en gedaagde 2 Boekscout .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 17 maart 2023 met producties 1 t/m 5;
- de bij brieven van 20 en 21 maart 2023 overgelegde producties 6 t/m 8 van de zijde van [eisers01] ;
- het door [eisers01] als productie 9 overgelegde (tweede) manuscript;
- de akte wijziging eis tevens overleggen nadere producties 10, 11 en 12;
- het door [gedaagde01] als productie overgelegde Adviesrapport Expertteam ouderverstoting/complexe omgangsproblematiek;
- de brief van 15 juni 2023 van mr. Corbeij-Beukers met als productie een ‘Word Compare document’ van het eerste en tweede manuscript;
- de mondelinge behandeling achter gesloten deuren van 20 juni 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [eisers01] ;
- de pleitnota van [gedaagde01] .
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
1.3.
Zoals hierna zal blijken, ziet de voorzieningenrechter aanleiding te beslissen als neergelegd in onderdeel 5.
1.4.
Die beslissing brengt met zich, dat ook moet worden voorkomen dat door dit vonnis tot personen herleidbare privacygevoelige informatie openbaar wordt gemaakt, hetzij door (weliswaar anonieme) publicatie, hetzij door verspreiding door partijen. Teneinde dit te voorkomen zal die informatie niet specifiek worden genoemd. Die informatie is wel bekend bij partijen. De zaak is achter gesloten deuren behandeld. Dat betekent dat het alle partijen van rechtswege is verboden aan derden mededelingen te doen van het verhandelde op de zitting (artikel 28 lid 1 sub a Rv).

2.De feiten

- [eiser01] en [gedaagde01] waren met elkaar gehuwd. Uit hun huwelijk zijn geboren [eiser02] en [eiser03] . Enkele jaren geleden is de echtscheiding tussen [eiser01] en [gedaagde01] uitgesproken.
- Enige tijd na de echtscheiding is het contact tussen [gedaagde01] en zijn kinderen verbroken.
- [gedaagde01] heeft onder zijn eigen naam een boek geschreven over de afgelopen jaren van zijn leven (hierna: het boek of manuscript). Bij sms-berichten heeft [gedaagde01] aan [eisers01] medegedeeld dat het boek binnenkort zal verschijnen.
- Naar aanleiding van de sms-berichten hebben [eisers01] aan [gedaagde01] om inzage in het manuscript verzocht. Over de voorwaarden van inzage is geen overeenstemming bereikt.
- De uitgever van het boek is Boekscout. Boekscout heeft de exploitatierechten van het boek. Een boekpresentatie is voorzien.
- Nadat [eisers01] dit kort geding jegens [gedaagde01] en Boekscout aanhangig hebben gemaakt, is aan hen het eerste manuscript van het boek verstrekt. De boekpresentatie is uitgesteld. De behandeling van het kort geding is aangehouden. Tussen partijen heeft daarna overleg plaatsgevonden, waarna [gedaagde01] het eerste manuscript gedeeltelijk heeft aangepast. Dit heeft geleid tot het tweede manuscript. [gedaagde01] heeft het tweede manuscript met [eisers01] gedeeld, waarbij hij te kennen heeft gegeven dat de publicatie en presentatie van het boek op een bepaalde datum op korte termijn zal plaatsvinden.
- [eisers01] hebben [gedaagde01] te kennen gegeven bezwaren te hebben tegen het tweede manuscript. [gedaagde01] heeft aangegeven niet bereid te zijn om dit manuscript verder aan te passen op de door [eisers01] gewenste wijze.
- De publicatie van het boek en de boekpresentatie zijn uitgesteld in afwachting van de uitkomst van dit kort geding.

3.Het geschil

3.1.
[eisers01] vorderen - samengevat :
primair:
[gedaagde01] en Boekscout te verbieden om het boek te publiceren/in de openbaarheid te brengen, verkopen, promoten alsook te verspreiden, dan wel hen te veroordelen om per direct de publicatie, presentatie, verkoop en promotie alsook verspreiding van het boek op welke wijze dan ook te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van een dwangsom, althans
subsidiair:
als gevorderd in de dagvaarding, waaronder een verbod nader genoemde onderdelen en passages uit het boek te publiceren, dit alles op straffe van een dwangsom;
meer subsidiair:
een in goede justitie te bepalen maatregel te treffen;
met hoofdelijke veroordeling van [gedaagde01] en Boekscout in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede in de nakosten.
3.2.
[eisers01] hebben tijdens de mondelinge behandeling de vorderingen tegen Boekscout ingetrokken nadat Boekscout heeft toegezegd het boek niet te zullen publiceren indien en voor zover dat in strijd zou zijn met dit vonnis.
3.3.
[eisers01] leggen aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde01] met het boek inbreuk maakt op hun persoonlijke levenssfeer. In het boek worden details bekend gemaakt over de echtscheidingsprocedure tussen [gedaagde01] en [eiser01] . Bovendien bevat het boek zeer privacygevoelige gegevens, waaronder medische gegevens en gegevens over een feit dat in een niet-openbare rechtszaak is behandeld. Daarnaast bevat het boek passages die onjuist en/of suggestief zijn dan wel zich laten kwalificeren als lasterlijk en/of smadelijk jegens [eisers01] Door het boek te presenteren als een waargebeurd verhaal worden [eisers01] aangetast in hun eer en goede naam. De inhoud van het boek is eenvoudig tot [eisers01] te herleiden, vooral omdat [gedaagde01] het boek onder vermelding van zijn volledige naam met foto waarop een deel van zijn gezicht zichtbaar en herkenbaar is, wil publiceren. [eisers01] stellen dat [gedaagde01] met de publicatie, verkoop, presentatie, promotie en verspreiding van het boek jegens hen onrechtmatig handelt.
3.4.
[gedaagde01] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eisers01] , met veroordeling van [eiser01] in de proceskosten. [gedaagde01] voert het volgende aan.
[gedaagde01] wil met zijn boek het maatschappelijk belang van het onderwerp ouderverstoting onder de aandacht brengen en bespreekbaar maken. Hij wil dat onder zijn eigen naam doen omdat hij zijn eigen verhaal wil kunnen vertellen. Door toedoen van [eiser01] is het contact tussen [gedaagde01] en de kinderen steeds verder verminderd en uiteindelijk verbroken en draagt hij een stempel. [eiser01] heeft zeer vasthoudend naar derden gecommuniceerd dat hij zich jegens een gezinslid ernstig heeft misdragen, terwijl daarvan geen sprake is geweest en daarvoor ook geen enkele aanwijzing is gevonden in uitgevoerde onderzoeken. [gedaagde01] werd niet gehoord bij diverse instanties en instellingen, omdat deze steeds zijn uitgegaan van de door [eiser01] gedane uitlatingen. [gedaagde01] acht het daarom van cruciaal belang dat voormelde gebeurtenissen worden verteld. Ook is het van belang om gegevens van de kinderen te vermelden om aan te geven dat het proces van ouderverstoting veel effect op hen heeft (gehad). [gedaagde01] beroept zich op zijn recht van vrijheid van meningsuiting. Hij is er volgens hem in geslaagd om zijn verhaal te brengen op een wijze die recht doet aan alle belangen. Hij heeft in het tweede manuscript voldoende aanpassingen gedaan om te voorkomen dat de inhoud van het boek te herleiden is tot [eisers01] Er is volgens hem geen sprake van een onrechtmatige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vorderingen zijn naar hun aard spoedeisend. Dit is door [gedaagde01] ook niet betwist.
4.2.
In deze zaak gaat het om een botsing van fundamentele rechten, namelijk het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer of privacy aan de zijde van [eisers01] en het recht op vrijheid van meningsuiting aan de zijde van [gedaagde01] , waaronder de vrijheid om zich te kunnen uitlaten over het thema ouderverstoting als misstand in de samenleving. Bij een botsing tussen deze rechten moet, om te bepalen welk recht zwaarder weegt, een belangenafweging plaatsvinden, waarbij alle van belang zijnde feiten en omstandigheden in aanmerking worden genomen. Die belangenafweging moet in één keer gebeuren, waarbij het oordeel dat één van beide rechten zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidtoets van artikel 10 lid 2 EVRM van wel artikel 8 lid 2 EVRM.
4.3.
Vast staat dat het boek tot nog niet is gepubliceerd. Gelet op het bepaalde in artikel 7 Grondwet, dat gaat over de vrijheid van meningsuiting, dient de toetsing van de eventuele onrechtmatigheid van een publicatie in beginsel pas plaats te vinden nadat deze ter kennis van het publiek is gebracht. Alleen als voldoende bekend is over de voorgenomen publicatie om de onrechtmatigheid hiervan te kunnen vaststellen, kan uit het oogpunt van effectieve rechtsbescherming een verbod vooraf worden uitgesproken. In deze zaak is de voorgenomen publicatie voldoende bekend, want vast staat dat [gedaagde01] het plan heeft om het door hem als productie overgelegde tweede manuscript als boek te publiceren. Als achteraf zou worden geoordeeld dat deze publicatie onrechtmatig is, kunnen de nadelige gevolgen van de publicatie niet meer worden hersteld door middel van een op dat moment uit te spreken veroordeling. De voorzieningenrechter zal daarom nu overgaan tot een belangenafweging zoals hiervoor onder 4.2. genoemd.
4.4.
Bij de belangenafweging is in de eerste plaats van belang dat er een grote kans is dat personen in het boek herleidbaar zijn tot [eisers01] Dit komt omdat [gedaagde01] uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat het boek onder zijn eigen naam zal worden gepubliceerd, zal worden gepresenteerd en gepromoot in een plaats waar het verhaal mee verbonden is, en in het boek wordt vermeld dat het een waargebeurd verhaal is. Daar komt bij, dat de kinderen de achternaam van hun vader dragen. De kans dat zij in verband worden gebracht met de gegevens die het boek over hen bevat is dus nog groter. De omstandigheid dat [gedaagde01] in het boek pseudoniemen gebruikt voor de namen van [eisers01] doet daar niet aan af.
4.5.
In het boek wordt bovendien zeer privacygevoelige informatie prijsgegeven. Niet alleen wordt medische informatie genoemd, ook worden gegevens vermeld over een feit dat in een niet-openbare rechtszaak is behandeld. Omdat aannemelijk is dat die informatie, zoals hiervoor vermeld, herleidbaar is tot [eisers01] , moet het recht op privacy van [eisers01] in dit geval zonder meer zwaarder wegen dan het recht op vrijheid van meningsuiting van [gedaagde01] . Dit geldt nog meer voor de kinderen, die weliswaar meerderjarig zijn maar ook nog jong, zodat het risico voorkomen moet worden dat herleidbare informatie hen blijft ‘achtervolgen’. Publicatie van het boek met daarin de hiervoor genoemde informatie zal daarom een onrechtmatige daad opleveren.
4.6.
[gedaagde01] heeft tijdens de mondelinge behandeling medegedeeld, dat enige vermelding van medische en andere privacygevoelige informatie van cruciaal belang is voor de boodschap die hij met zijn boek wil uitdragen. Als vermelding van die informatie niet wordt toegestaan, zal hij mogelijk volledig afzien van publicatie.
Gelet op die mededeling bestaat in dit kort geding geen aanleiding de overige geschilpunten tussen partijen te beoordelen. Voor nu kan worden volstaan met een algeheel verbod het boek op basis van het manuscript te publiceren of anderszins openbaar te maken. De voorzieningenrechter zal de primaire vordering toewijzen als hierna vermeld, waarbij zal worden volstaan met het opleggen van een eenmalige dwangsom.
4.7.
[gedaagde01] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisers01] als volgt begroot:
- kosten dagvaarding € 106,73
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.499,73
De wettelijke rente zal als niet weersproken worden toegewezen.
4.8.
Na de toezegging van Boekscout hebben [eisers01] de vordering tegen haar ingetrokken. Omdat geen van deze partijen om een kostenveroordeling heeft verzocht, zullen de proceskosten aldus worden gecompenseerd, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.9.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:853) volgt dat in dit vonnis geen aparte beslissing hoeft te worden genomen over de gevorderde nakosten.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde01] om het manuscript als boek te publiceren of anderszins in de openbaarheid te brengen, daaronder begrepen verkoop, presentatie en promotie van het boek of manuscript, zulks op straffe van een eenmalig te verbeuren dwangsom van € 50.000,- (zegge: vijftigduizend euro) indien [gedaagde01] hieraan niet volledig voldoet;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van [eisers01] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.499,73, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de proceskosten tussen [eisers01] en Boekscout aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Römers en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2023.