ECLI:NL:RBZWB:2023:4760
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar omgevingsvergunning voor hotel en woning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen een verleende omgevingsvergunning beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A.P. Cornelissen, heeft bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 31 maart 2021 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis is verleend voor de bouw van een hotel en een woning in [plaatsnaam 1]. Het college heeft het bezwaar van eiser op 5 januari 2022 niet-ontvankelijk verklaard, waarop eiser beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 21 maart 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als het college en de vergunninghouder aanwezig waren. Eiser is niet in persoon verschenen. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de argumenten van eiser en de beroepsgronden. Eiser stelt dat hij als omwonende gevolgen van enige betekenis zal ondervinden van het bouwplan, terwijl het college betoogt dat eiser geen belanghebbende is omdat zijn woning op ongeveer 200 meter van het bouwperceel ligt en hij geen zicht heeft op het bouwproject.
De rechtbank concludeert dat het college terecht het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser heeft niet aangetoond dat hij gevolgen van enige betekenis ondervindt van de bouwactiviteiten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.