In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een vordering tot ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van een huurwoning. De eisende partij, Stichting Alwel, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde partij, Gewoon Beheer B.V., die als bewindvoerder optreedt voor de huurder, [betrokkene01]. De aanleiding voor de vordering was de ontdekking van een handelshoeveelheid harddrugs (cocaïne) in de huurwoning, wat volgens Alwel een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde.
De feiten van de zaak tonen aan dat de politie op 28 september 2022 de huurwoning heeft doorzocht en daarbij aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en andere drugsgerelateerde zaken heeft aangetroffen. De kantonrechter oordeelde dat de aanwezigheid van harddrugs in de huurwoning een ernstige tekortkoming van de huurder opleverde, ongeacht of de huurder op de hoogte was van de drugs. De kantonrechter benadrukte dat de huurder voldoende toezicht moet houden op wat er in haar woning gebeurt, vooral gezien de eerdere betrokkenheid van haar zoon bij drugshandel.
De kantonrechter heeft de vordering van Alwel tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning toegewezen, maar heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op vier maanden na betekening van het vonnis, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de huurder en haar gehandicapte zoon. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Alwel toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.