Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie en reconventie
4.De beoordeling in conventie en reconventie
4.9. De stelplicht en bewijslast dat de tussenpersoon [gedaagde in conventie01] heeft geadviseerd en dat Dexia wetenschap had althans behoorde te hebben van het feit dat de tussenpersoon
De door [gedaagde in conventie01] gestelde feiten en omstandigheden dienen voldoende concreet te zijn en zo mogelijk voorzien van onderbouwing. Voor zover Dexia de gestelde feiten en omstandigheden betwist, dient die betwisting eveneens voldoende gemotiveerd te zijn.
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee, dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gedaagde in conventie01] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een prognose van 20 oktober 1999 van het afgesloten product, opgesteld op briefpapier door de adviseur op briefpapier van Spaar Select B.V., waarin informatie met betrekking tot de financiële situatie van [gedaagde in conventie01] is verwerkt;
- een brief van 25 oktober 1999 van Spaar Select B.V., waarin een werkgeversverklaring wordt opgevraagd ten behoeve van het afsluiten van de tweede hypotheek. Bijgevoegd bij de brief is een hypotheekofferte van de Postbank;
- een kopie van de overeenkomst van 26 oktober 1999 met contractnummer [nummer01] , voorzien van het adviseursnummer [nummer02] van Spaar Select B.V.;
- een brief van 24 januari 2000 op het briefpapier van de Postbank met bijgevoegd de hypotheekakte van [gedaagde in conventie01] ;
- pagina 26-29 van de Handleiding Labouchere Effecten Lease;
- pagina 6 van de presentatiegids 1999-2000 van Spaar Select B.V.;
- een screenshot van de website van Bank Labouchere over hun beleggingsproducten.
In elk geval staat als onweersproken vast dat sprake is geweest van een huisbezoek door de tussenpersoon. Zonder aanwijzingen van het tegendeel, die ontbreken, kan er dan vanuit worden gegaan dat de tussenpersoon daarbij (ook) heeft geïnformeerd naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van [gedaagde in conventie01] . Het betreft immers een huisbezoek van een medewerker van een op financiële producten gerichte tussenpersoon aan een (potentiële) afnemer van zo’n product, waarbij het doel van het huisbezoek gelegen is in het opbouwen van extra vermogen en vervolgens ook een overeenkomst met betrekking tot zo’n product tot stand gekomen is. Het is onwaarschijnlijk dat het gesprek dan alleen over algemene niet-financiële onderwerpen gegaan zal zijn. Aanwijzingen daarvoor ontbreken in dit geval.
wetenschap Dexia