Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
geboren op [geboortedag] 1962,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: klager.
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 2 november 2022 onder de [zoon van klager] , klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen [zoon van klager] in beslag is genomen: een BMW, 1-serie, [kenteken] (hierna: de BMW);
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 16 maart 2023 ter griffie van deze rechtbank;
- het verweerschrift van het Openbaar Ministerie;
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).