Op 22 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een naheffingsaanslag accijns van € 2.700.052 opgelegd aan de belanghebbende door de inspecteur van de belastingdienst. De zaak kwam voort uit een doorzoeking door de FIOD op 19 augustus 2020, waarbij 11.330.000 onveraccijnsde sigaretten werden aangetroffen in een loods. De rechtbank beoordeelde of de inspecteur de belanghebbende terecht had aangemerkt als degene van wie de accijns kon worden nageheven. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet voldoende bewijs had geleverd dat de belanghebbende betrokken was bij het voorhanden hebben van de sigaretten. De rechtbank vernietigde daarom de naheffingsaanslag en de belastingrentebeschikking, en verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur het griffierecht en de proceskosten van de belanghebbende moest vergoeden.