ECLI:NL:RBZWB:2023:4304
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in civielrechtelijke aangelegenheid met betrekking tot factuurgeschil
Op 22 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een natuurlijke persoon uit [plaatsnaam], en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eiseres had beroep ingesteld tegen een brief van de minister van 2 maart 2023, waarin het bezwaar tegen het niet betalen van factuur 20230101 werd aangemerkt als een civielrechtelijke sommatie. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat zij onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kwestie rondom de factuur een civielrechtelijke aangelegenheid betreft en derhalve niet onder de bestuursrechtelijke procedures valt.
De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard en besloten dat het door eiseres betaalde griffierecht zal worden teruggestort. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.