Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juni 2023 in de zaak tussen
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
“POST B 14
1. Inhoud van de post
(…)
8. Attractieparken, speel- en siertuinen, en andere dergelijke primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen
attractie’ geeft, is ‘
mogelijkheid tot vermaak’. Op internet (www.woorden.org) wordt als uitleg ook gegeven ‘
kermisvermaak’, en ‘
vermakelijkheid’. Naar het oordeel van de rechtbank is de [X] dan wel zijn de drie daarvan onderdeel uitmakende kramen volgens deze definities ‘
attracties’.Er is geen reden te veronderstellen dat de bezoekers van het attractiepark die ook diensten afnemen in de [X] dat om enige andere reden doen dan om te worden vermaakt. De rechtbank acht daarom aannemelijk dat de bezoekers van het attractiepark de [X] dan wel de drie daarvan onderdeel uitmakende kramen evengoed als attracties beschouwen als de andere onderdelen van het attractiepark.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de beschikking;
- verleent over het tijdvak mei 2020 een teruggaaf van omzetbelasting van € 2.761;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 354 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 1.674 aan proceskosten aan belanghebbende.