ECLI:NL:RBZWB:2023:4125
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van belastingaanslagen voor niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtige met overheidspensioen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juni 2023, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die in Duitsland woont en belastingplichtig is in Nederland. De rechtbank beoordeelt de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, die navorderingsaanslagen inkomstenbelasting heeft opgelegd voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020. De inspecteur heeft de bezwaren van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat deze als niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtige wordt aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de belastingaanslagen terecht zijn opgelegd, omdat de inspecteur niet gehouden was om verder onderzoek te doen naar de aangiften van de belanghebbende, die zijn inkomen uit een AOW-uitkering en een overheidspensioen ontving. De rechtbank stelt vast dat de belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor het kwalificeren als buitenlandse belastingplichtige, omdat het heffingsrecht over zijn AOW-uitkering aan Duitsland is toegewezen. Hierdoor heeft hij geen recht op persoonlijke tegemoetkomingen volgens de Nederlandse wetgeving en het Unierecht. De rechtbank wijst de beroepen van de belanghebbende af, waardoor de belastingaanslagen en de belastingrentebeschikkingen in stand blijven. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.