ECLI:NL:RBZWB:2023:3987

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
9914522 CV EXPL 22-1743 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering en proceskostenveroordeling in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiseres, een besloten vennootschap gevestigd te ’s-Hertogenbosch, haar vordering ingetrokken. Dit gebeurde via een e-mailbericht op 13 april 2023, voorafgaand aan een geplande mondelinge behandeling op 17 april 2023. Gedaagde, MidZuid AID B.V., gevestigd in Oosterhout, stemde in met het vervallen van de mondelinge behandeling, maar was niet akkoord met het intrekken van de procedure en vroeg om vergoeding van haar proceskosten. Eiseres gaf aan akkoord te gaan met een proceskostenveroordeling, mits er slechts één punt gemachtigdensalaris zou worden toegekend.

De kantonrechter overwoog dat een eisende partij haar vordering niet kan intrekken na de eerste rolzitting, en dat royement alleen mogelijk is op verzoek van beide partijen. Aangezien gedaagde niet instemde met royement, werd de vordering van eiseres afgewezen. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die werden begroot op € 264,00 voor het gemachtigdensalaris. De kantonrechter oordeelde verder dat de nakosten en wettelijke rente over de proces- en nakosten ook toegewezen moesten worden, conform het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022.

De beslissing van de kantonrechter hield in dat de vordering werd afgewezen en eiseres werd veroordeeld in de kosten van het geding, met een uitvoerbaar bij voorraad verklaring. Dit vonnis werd uitgesproken op 7 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9914522 CV EXPL 22-1743
vonnis d.d. 7 juni 2023
inzake
de besloten vennootschap [eiseres],
gevestigd te ’s-Hertogenbosch en kantoorhoudende te [kantooradres] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. [naam] , directeur-grootaandeelhouder van eiseres,
tegen
de besloten vennootschap MidZuid AID B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te (4902 VR) Oosterhout aan het adres Wilhelminakanaal Noord 3,
gedaagde,
gemachtigde: mr. E.L. van Hal, advocaat te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiseres] ” en “MidZuid”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis in deze zaak van 2 november 2022 met het daarin genoemde processtuk;
b. het e-mailbericht van [eiseres] van 13 april 2023;
c. het e-mailbericht van MidZuid van 13 april 2023;
d. het e-mailbericht van [eiseres] van 19 april 2023.

2.De verdere beoordeling

2.1
In het voornoemde tussenvonnis was een mondelinge behandeling tussen partijen gepland op 17 april 2023 in het gerechtsgebouw te Breda om 13:30 uur.
2.2
Bij e-mailbericht van 13 april 2023 heeft [eiseres] medegedeeld de vordering in te trekken, zodat de mondelinge behandeling geen doorgang hoeft te vinden.
2.3
MidZuid heeft in reactie op het e-mailbericht van [eiseres] aangegeven akkoord te zijn met het laten vervallen van de mondelinge behandeling, maar niet akkoord te gaan met de doorhaling van de procedure. Zij vraagt om een vergoeding van haar proceskosten.
2.4
[eiseres] heeft bij e-mailbericht van 19 april 2023 aangegeven akkoord te gaan met een proceskostenveroordeling, zolang er enkel één punt gemachtigdensalaris wordt toegekend. Een veroordeling in de nakosten is niet nodig, nu op tijd aan de veroordeling zal worden voldaan.
2.5
De kantonrechter overweegt dat een eisende partij de vordering niet meer kan intrekken na de eerste rolzitting. Enkel kan om royement worden gevraagd op grond van artikel 246 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Royement is vervolgens alleen mogelijk op verzoek van beide partijen. Nu MidZuid niet heeft ingestemd met het verzoek om royement, kan de kantonrechter daar niet toe overgaan. Zij vat het e-mailbericht van [eiseres] van 13 april 2023 dan ook op als een mededeling dat de vordering niet meer hoeft te worden behandeld. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
2.6
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden begroot op een bedrag van € 264,00 aan gemachtigdensalaris voor de conclusie van antwoord.
2.7
Met betrekking tot de nakosten en de wettelijke rente over de proces- en nakosten overweegt de kantonrechter dat MidZuid heeft aangegeven bij haar volledige proceskostenveroordeling te blijven, dus ook met betrekking tot die posten.
2.8
Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 10 juni 2022 (te vinden onder: ECLI:NL:HR:2022:853) hoeven de nakosten in beginsel niet in de veroordeling te worden opgenomen, nu de proceskostenveroordeling al een executoriale titel voor de nakosten oplevert. De kantonrechter kan dit deel van de vordering dan ook niet afwijzen. De nakosten worden dan ook toegewezen als in het dictum vermeld. Ook de wettelijke rente over de proces- en nakosten wordt toegewezen als in het dictum vermeld. Indien tijdig wordt betaald, zal [eiseres] kunnen vermijden die te moeten voldoen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van dit geding, aan de zijde van MidZuid begroot op € 264,00 als salaris voor de gemachtigde van MidZuid, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt [eiseres] in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling, en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag van betaling;
verklaart voornoemde proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.