Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
- de processtukken zoals opgenomen in de zaak met nummer F.02/23/59;
- het wrakingsverzoek ontvangen per e-mailbericht op 21 april 2023 om 16.37 uur, ontvangen bij de wrakingskamer op 8 mei 2023;
- de reactie van de rechter, ontvangen op 23 mei 2023.
2.Het verzoek
3.De gronden van het wrakingsverzoek
“Ik herhaal het verzoek tot ontslag van de curator op grond van r.o. 5.2. uit uw eigen beschikking. (…) Er is sprake van belangenverstrengelijk, onheuse bejegeningen, treiterijen, en medewerking daaraan van de rechter-commissaris. Die mij weigert een onderhoud te gunnen om deze zaken toe te lichten. Ik verzoek u mij een redelijke termijn te gunnen en ga over tot wraking van rechter de Kroon wegens kennelijke partijdigheid en datzelfde geldt voor de rechter-commissaris. (…)”
4.De reactie van de rechter
5.De beoordeling
6.De beslissing
- verklaart het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak met nummer F.02/23/59 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens indiening van dit verzoek;