ECLI:NL:RBZWB:2023:3973

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
409364 HA RK 23-90 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter wegens kennelijke partijdigheid in faillissementszaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 mei 2023 een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door verzoeker tegen mr. De Kroon, de rechter die belast was met de behandeling van een faillissementszaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 21 april 2023, nadat de rechter op 21 maart 2023 uitspraak had gedaan in de faillissementszitting. Verzoeker voerde aan dat er sprake was van kennelijke partijdigheid van de rechter en de rechter-commissaris, maar onderbouwde deze claim niet voldoende. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien de rechter op het moment van indienen van het verzoek geen zaak meer behandelde van verzoeker. De wet staat geen wraking toe nadat een rechter een eindbeslissing heeft genomen. De wrakingskamer besloot daarom het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, zonder mondelinge behandeling, conform het wrakingsprotocol van de rechtbank. De beslissing werd openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie Breda
zaaknummer C/02/409364 / HA RK 23-90
beslissing van 30 mei 2023 inzake het wrakingsverzoek ex artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van:
[verzoeker01] ,
verder te noemen: verzoeker.

1.Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt onder meer uit:
  • de processtukken zoals opgenomen in de zaak met nummer F.02/23/59;
  • het wrakingsverzoek ontvangen per e-mailbericht op 21 april 2023 om 16.37 uur, ontvangen bij de wrakingskamer op 8 mei 2023.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot wraking van mr. De Kroon, hierna te noemen de rechter, belast met de behandeling van de zaak met nummer C.02/405483 FT RK 23/46. Deze zaak heeft na het uitgesproken faillissement zaaknummer F.02/23/59 gekregen.
De rechter berust niet in het wrakingsverzoek.

3.De gronden van het wrakingsverzoek

Door verzoeker is aangevoerd dat hij de rechter heeft gewraakt wegens kennelijke partijdigheid. Verzoeker heeft deze kennelijke partijdigheid niet nader onderbouwd. Hij heeft het volgende in zijn verzoek vermeld:
“Ik herhaal het verzoek tot ontslag van de curator op grond van r.o. 5.2. uit uw eigen beschikking. (…) Er is sprake van belangenverstrengelijk, onheuse bejegeningen, treiterijen, en medewerking daaraan van de rechter-commissaris. Die mij weigert een onderhoud te gunnen om deze zaken toe te lichten. Ik verzoek u mij een redelijke termijn te gunnen en ga over tot wraking van rechter (…) wegens kennelijke partijdigheid en datzelfde geldt voor de rechter-commissaris. (…)”

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 36 Rv kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2.
De wrakingskamer stelt het volgende voorop. Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van een rechter geldt het uitgangspunt, dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Een uitzonderlijke omstandigheid kan een zwaarwegende aanwijzing opleveren dat een rechter ten aanzien van een procespartij een vooringenomenheid koestert, of dat een bij een partij bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
4.3.
Voordat tot inhoudelijke behandeling van het verzoek kan worden overgegaan dient te worden beoordeeld of het wrakingsverzoek tijdig is gedaan. Het verzoek moet worden gedaan zodra de daaraan ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden bekend zijn geworden. Bovendien moet het wrakingsverzoek zijn ingediend vóórdat de behandeling van de zaak door het wijzen van een einduitspraak is geëindigd.
4.4.
In dit geval heeft de rechter op 21 maart 2023 tijdens de faillissementszitting uitspraak gedaan, waarna verzoeker tijdens de zitting heeft gezegd de rechter te wraken. De rechter heeft dit verzoek naast zich neergelegd gelet op het eerder opgelegde wrakingsverbod (zie ECLI:NL:RBZWB:2023:1275). In zijn verzoek van 21 april 2023 heeft verzoeker zowel de rechter als de rechter-commissaris gewraakt. Ten aanzien van de rechter oordeelt de wrakingskamer dat het verzoek is gedaan nadat door de rechter uitspraak is gedaan en het faillissement is uitgesproken en dus is het verzoek te laat gedaan. De rechter behandelde ten tijde van het gedane wrakingsverzoek geen zaak meer van verzoeker.
Deze omstandigheid moet ertoe leiden dat verzoeker niet in het wrakingsverzoek kan worden ontvangen. Wraking van een rechter is op grond van de wet immers alleen mogelijk zolang een zaak wordt behandeld door die rechter. De wetgever heeft niet voorzien in de mogelijkheid een rechter te wraken, wanneer deze de behandeling van de zaak heeft beëindigd door het geven van een eindbeslissing. Met die beslissing heeft immers iedere verdere bemoeienis van die rechter met de zaak opgehouden.
Omdat sprake is van niet-ontvankelijkheid laat de wrakingskamer een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 2 sub d van het wrakingsprotocol van deze rechtbank (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, ga naar: rechtbank Zeeland-West-Brabant, regels en procedures, wrakingsprotocol).

5.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven op 30 mei 2023 door mr. Peters, mr. De Roos en mr. Tempel, en op dezelfde dag uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. Rockx, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.