Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
,
1.Procesverloop
2.Het verzoek
3.Feiten
4.Het standpunt van verzoeker
- de vraag van de rechter waarom verzoeker zijn vriendin heeft gestoken, gelet op de ontkennende verklaring van verzoeker;
- het weglaten van passages bij het voorhouden van de aangifte, die passend zijn bij de verklaring van verzoeker;
- het bij herhaling opmerken door de rechter dat zij ‘(echt) niet ziet’ hoe het letsel bij de levensgezel van verzoeker heeft kunnen ontstaan, op basis van zijn verklaring over de toedracht daarvan.
5.Het standpunt van de rechter
6.Het standpunt van de officier van justitie
7.De beoordeling
Toen ik die wond zag, snapte ik niets van de wond die ik bij haar zag.’(proces-verbaal van de zitting, onderaan pagina 2). Daaruit kan worden opgemaakt dat verzoeker het ontstane letsel zelf ook niet (goed) kan verklaren op grond van zijn weergave van hetgeen is gebeurd.
8.Beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak met parketnummer: 02/029130-23 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van dit verzoek.