4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Seksueel binnendringen
Uit de jurisprudentieblijkt dat seksueel binnendringen ieder binnendringen van het lichaam met een seksuele strekking betreft. Voorts stelt de rechtbank vast dat voor het aanraken van de clitoris de natuurlijke lichaamsopening van de grote en kleine schaamlippen zal moeten worden binnengedrongen.
parketnummer 02/079529-22
[getuige01] heeft gezien dat verdachte met zijn hand in de voorkant van de broek van [slachtoffer01] zat. Verdachtes hand bevond zich in de broek toen [getuige01] de eerste keer langsfietste en ook nog toen zij kort erna voor de tweede keer langsreed en op het raampje klopte. Verdachte heeft op 11 april 2022 bij de politie verklaard dat hij niet in haar vagina is geweest maar dat hij [slachtoffer01] wel oppervlakkig heeft betast, dat hij aan de bovenkant bij de vagina heeft gewreven op de blote huid van de vagina. Toen verdachte op 16 april 2022 werd gevraagd wat hij bedoelde met oppervlakkig aanraken van de vagina, verklaarde hij dat hij bovenaan heeft gekieteld, dat hij alleen haar kietelaartje heeft aangeraakt. De rechtbank concludeert dat verdachte het dan eveneens over het voorval op 29 maart 2022 heeft, waarbij hij is gezien door [getuige01] .
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit de getuigenverklaring en de verklaring van verdachte op 11 april 2022 in combinatie met zijn uitleg op 16 april 2022 kan worden opgemaakt dat er ook op 29 maart 2022 sprake was van een voltooid delict. Uit de verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer01] bovenaan haar vagina heeft gekieteld en dat hij (alleen) haar kietelaar heeft aangeraakt, leidt de rechtbank af dat hij de clitoris van [slachtoffer01] heeft aangeraakt/betast. Dit is slechts mogelijk indien verdachte met zijn vingers tussen de schaamlippen van [slachtoffer01] is geweest. Daarmee is sprake van seksueel binnendringen.
Dat verdachte mogelijk een andere locatie heeft bedoeld dan de clitoris, gelet op zijn stellige ontkenning in de vagina te zijn geweest, volgt de rechtbank niet. De clitoris bevindt zich immers ook niet in de vagina maar wel in de vulva, tussen de schaamlippen. Ook de omstandigheid dat verdachte in zijn tekening een onjuiste weergave heeft gegeven van de vrouwelijke anatomie leidt er niet toe dat de rechtbank er vanuit gaat dat verdachte met de kietelaar niet de clitoris, maar een deel boven de schaamlippen dan wel onderaan de buik heeft bedoeld te tekenen. Te meer omdat hij als kietelaar een bolletje of knopje heeft getekend. Bovendien heeft verdachte zelf ook verklaard dat hij de clitoris bedoelde als hij het over de kietelaar had.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte op 29 maart 2022 seksueel is binnengedrongen bij [slachtoffer01] , zoals als primair feit ten laste is gelegd.
Feit 1 van parketnummer 02/096311-22
Verdachte heeft verklaard dat hij meermalen de kietelaar van [slachtoffer01] heeft aangeraakt en hier rondjes op heeft gedraaid met zijn vinger. Dit gebeurde zowel in de auto als hij alleen was met haar, als in de vakantieperiode in zijn woning. Verdachte weet niet wanneer het was, maar uit de foto’s en het filmpje dat verdachte heeft gemaakt van het geslachtsdeel van [slachtoffer01] blijkt dat hij in vanaf 23 juli 2021 seksuele handelingen met haar verrichtte.
De rechtbank is daarom van oordeel dat ook het meermalen seksueel binnendringen van [slachtoffer01] kan worden bewezen. De rechtbank ziet in de aangetroffen kinderpornografische foto’s van [slachtoffer01] op de telefoon van verdachte steunbewijs voor dit feit en de periode waarin het gebeurd is.
Feit 2 van parketnummer 02/096311-22
Aangezien verdachte ten aanzien van de feit 2 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dit feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie (pagina’s 76, 79, 84 van het eindproces-verbaal) en de verklaring afgelegd ter zitting van 23 mei 2023 waarin hij heeft verklaard aan [slachtoffer01] borsten te hebben gezeten;
- het proces-verbaal van bevindingen (pagina 169-174 van het eind proces-verbaal)
Feit 3 van parketnummer 02/096311-22
Aangezien verdachte ten aanzien van de feit 3 eveneens een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dit feit wettig en overtuigend eveneens bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie (pagina’s 76-78, 85 en 86 van het eindproces-verbaal) en zijn verklaring ter zitting dat hij deze foto’s van [slachtoffer01] heeft gemaakt;
- het proces-verbaal van bevindingen (pagina 169-174 van het eind proces-verbaal).