7.3.2.Rapportages
Rapport psycholoog Yntema
Psycholoog J. Yntema heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 1 juli 2019. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Diagnostische beschouwing
Uit het intelligentieonderzoek komt een disharmonisch intelligentieprofiel naar voren, waarbij zijn werkgeheugen en verwerkingssnelheid (vallend in de range van een licht verstandelijke beperking tot een zwakbegaafd niveau) achterblijven ten opzichte van zijn verbale en zijn performale vaardigheden (vallend in de range van beneden gemiddeld tot gemiddeld). De relatief hoge score op verbaal vlak is opvallend, omdat zijn intelligentie op basis van onder andere zijn verbaliseringsvermogen en scholingsniveau laag werd geschat.
Een betrouwbare totaal IQ-score kon daarom niet worden bepaald.
Bij de verdachte is een ongespecificeerde parafiele stoornis en een persisterende depressieve stoornis (dysthymie) vastgesteld. Doordat de verdachte in zijn jeugd langdurig seksueel is misbruikt, is daarnaast mogelijk een vervormd seksueel script ontstaan, wat in zijn verdere ontwikkeling kan hebben bijgedragen aan een seksuele preoccupatie. De verdachte leidt een teruggetrokken leven met weinig sociale interactie. Er komt een gebrekkige coping naar voren, waarbij de verdachte voornamelijk lijkt te reageren met vermijding of externaliseren (het aannemen van een slachtofferrol). Ook wordt duidelijk dat de verdachte zich moeilijk kan inleven in (de gevolgen voor) het slachtoffer en staat hij niet goed stil bij de mogelijke impact van zijn handelen.
De stoornissen die bij de verdachte zijn vastgesteld, waren ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde ook aanwezig. Deze hebben de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde deels beïnvloed.
Er is vermoedelijk sprake geweest van enige doorwerking van de ziekelijke stoornissen in het ten laste gelegde. Geadviseerd wordt om de verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
Risico’s
Uit de taxatie komt als risicofactor naar voren dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een seksueel delict. Ook is er sprake van eenzaamheid of isolatie en is er sprake van negatieve emotionaliteit (in de vorm van slachtofferschap) en seksuele preoccupatie. Seks lijkt in enige mate als coping te worden gebruikt en er is sprake van een deviante seksuele interesse (parafilie). Bij afweging van deze factoren komt op de lange termijn - zonder behandeling - een laag/matig recidiverisico naar voren. Een beschermende factor is de hogere leeftijd (74 jaar) van de verdachte.
Aanbevelingen
Gelet op de ziekelijke stoornis en de doorwerking hiervan in de hem ten laste gelegde feiten, is een behandeling bij de verdachte ter preventie van recidive geïndiceerd, ondanks een laag/matig recidiverisico. De kans dat de verdachte opnieuw in de gelegenheid zal komen om een minderjarige seksueel te misbruiken lijkt klein, zeker omdat het misbruik in familiaire kring heeft plaatsgevonden. Anderzijds is het ook van belang dat de verdachte zelf de risicosituaties leert herkennen en minder vanuit een (seksuele) impuls handelt.
Verwacht wordt dat de verdachte de meeste baat heeft bij een forensische behandeling die aansluit op zijn lage intelligentieniveau, waardoor een behandeling bij de Algemene Stichting Voor Zorg en dienstverlening (ASVZ) - gespecialiseerd in behandeling van personen met een verstandelijke beperking - het meest passend lijkt, maar anderzijds onvoldoende aansluit bij behandeling gericht op de parafiele stoornis en het voorkomen van nieuw delictgedrag. Ook kan vanuit het onderhavige onderzoek geen zwakbegaafdheid of verstandelijke beperking worden gesteld. In een behandeling kunnen reeds aangeleerde vaardigheden worden verbeterd c.q. uitgebreid. De verdachte lijkt weinig zicht te hebben op de effecten van zijn handelen en dit is een belangrijk gebied waar bij de behandeling aandacht moet worden besteed. Verder moet aandacht worden besteed aan het uitpluizen van de gedachten en gevoelens van de verdachte en op het verwerven van inzicht in zijn handelen met betrekking tot de hem ten laste gelegde feiten. Een delict-analyse kan helpen in de toekomst factoren die het ten laste gelegde in de hand hebben gewerkt te herkennen en kan een bijdrage aan delict preventie leveren. De verdachte moet gestimuleerd worden om zijn gevoelens te ventileren en om met volwassenen over zijn problemen te praten. Voorts is het van belang dat de verdachte (medicamenteuze) behandeling gericht op zijn depressie krijgt.
De vermelde doelen kunnen worden gerealiseerd door het starten van een ambulante behandeling bij De Waag en daarna met een doorverwijzing naar ASVZ. Een dergelijke behandeling kan als een bijzondere voorwaarde worden opgelegd, bijvoorbeeld in het kader van een meldplicht bij de reclassering.
Rapport Reclassering
Reclassering Nederland heeft rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 27 maart 2019 en 7 augustus 2019. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
De eenzaamheid van de verdachte en de zorg die hij voor zijn partner heeft, worden door de reclassering als een probleem gezien. De verdachte is veel thuis en verlaat de woning slechts voor een boodschap omdat hij zijn vrouw niet langdurig alleen durft te laten. De gezondheid van de verdachte en van zijn vrouw is niet goed. Inmiddels is maatschappelijk werk betrokken . Een steunende factor is de vrouw van de verdachte.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
een meldplicht bij de reclassering;
ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke zorgverlener. Indien tijdens de meldplicht blijkt dat een doorverwijzing naar een andere zorginstelling, zoals de ASVZ, aan de orde is, krijgt de verdachte de inspanningsverplichting hier op positieve wijze aan mee te werken;
andere voorwaarden het gedrag betreffende, te weten dat de verdachte toestemming geeft aan de reclassering om informatie te verstrekken en te vragen aan die
personen en instellingen die voor de uitvoering van begeleiding en toezicht van belang zijn en dat hij meewerkt aan het convenant tussen reclassering en politie, dat onder meer inhoudt dat hij door de wijkagent bezocht kan worden in zijn huis of omgeving.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.