Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
De cliënt logt in op de internetbankierenwebsite van belanghebbende. Hier verifieert belanghebbende de identiteit van de cliënt. Vervolgens wordt de betaalpagina aan de cliënt gepresenteerd. De voorkant van het systeem is afkomstig van [bedrijf 2] , genaamd “ [naam 3] ”. Op de betaalpagina voert de cliënt de beoogde transactie in. Indien die transactie past binnen de door belanghebbende vooraf ingestelde parameters, autoriseert [bedrijf 2] de transactie. De cliënt ziet direct dat het saldo van haar rekening is gedebiteerd. De betalingsorder wordt als payment file door [bedrijf 2] uitgevoerd in het [a] -systeem, waardoor de cliënt niet meer over het bedrag kan beschikken. De data worden vervolgens uit het [a] -systeem naar het [b] -systeem gestuurd (geleverd door [naam 4] ), en vervolgens gecontroleerd door het [c] -Systeem (geleverd door [bedrijf 3] GmbH). [b] zet de data om in het correcte file format en stuurt de betaalbatch geautomatiseerd naar belanghebbende. Belanghebbende maakt een kopie van de betaalbatch en stuurt de data geautomatiseerd door naar [bedrijf 4] . [bedrijf 4] boekt de transacties uit de batch naar andere banken en stuurt een settlement instructie naar [naam 5] voor het netto settlement van de transacties met andere banken. Gedurende de nacht geeft [bedrijf 2] een overzicht van de totaalstanden en transacties door aan belanghebbende in verband met administratieve controles.
3.Beoordeling door de rechtbank
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: