ECLI:NL:RBZWB:2023:3778
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing bijzondere bijstand voor tandartskosten en ziekenhuishulp
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. I.A.C. Cools, beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek, dat op 13 december 2021 een aanvraag voor bijzondere bijstand voor ziekenhuishulp en tandartskosten heeft afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 17 mei 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de vertegenwoordiger van het college, mr. M.J.M. Morel, aanwezig waren.
Eiser had eerder aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand op 24 mei 2020 en 12 oktober 2020, maar deze aanvragen werden afgewezen door het college. Eiser was van mening dat hij voldoende gegevens had aangeleverd om in aanmerking te komen voor de bijstand. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de relevante wetgeving, waaronder de Participatiewet (PW) en de Beleidsregels minimaregelingen van de gemeente Hilvarenbeek.
De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van het verplichte eigen risico in de Zorgverzekeringswet terecht was, omdat deze kosten uit het inkomen op bijstandsniveau moeten worden voldaan. Echter, de rechtbank kwam tot de conclusie dat het college de afwijzing van de bijzondere bijstand voor tandartskosten niet deugdelijk had gemotiveerd. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd voor zover het de afwijzing van de tandartskosten betreft. Het college werd opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.