Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 mei 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] te [plaatsnaam] , eiser,
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (DUO), verweerder.
Inleiding
- eisers basisbeurs en aanvullende beurs over de maanden augustus 2021 tot en met december 2021 herzien van de uitwonendennorm naar de thuiswonendennorm (primair besluit 1);
- eisers basisbeurs en aanvullende beurs over de maanden juli 2020 tot en met juli 2021 herzien van de uitwonendennorm naar de thuiswonendennorm (primair besluit 2);
- de te veel betaalde studiefinanciering over de maanden juli 2020 tot en met juni 2021 van eiser teruggevorderd tot een bedrag van € 2.616,18 (primair besluit 3).
16 maart 2022 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.
mr. drs. E.H.A. van den Berg. De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd.
Overwegingen van de rechtbank
1 november 2021 weer op het adres van zijn ouders gaan wonen. Partijen zijn echter verdeeld over de vraag of het onderzoek, en de hiervan opgemaakte rapportage huisbezoek, voldoende grondslag bieden voor het standpunt van DUO dat eiser vanaf 8 juni 2020 niet woonachtig was op het BRP-adres.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- herroept de primaire besluiten en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden besluiten;
- draagt DUO op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt DUO in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-.
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 30 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.