ECLI:NL:RBZWB:2023:3653
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 26 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 1 augustus 2019, met betrekking tot de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015. De belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen deze aanslag, specifiek gericht op de kostenvergoeding voor de bezwaarfase.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift, die op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zes weken bedraagt, is overschreden. De termijn begon te lopen op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar, en eindigde op 12 september 2019. De belanghebbende heeft het beroepschrift pas op 1 juni 2022 op de post gedaan, wat betekent dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om redenen voor de termijnoverschrijding aan te geven, maar er zijn geen verontschuldigingen of redenen aangevoerd. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.