ECLI:NL:RBZWB:2023:3631

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 mei 2023
Publicatiedatum
26 mei 2023
Zaaknummer
BRE-23-210
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 mei 2023, wordt de niet-ontvankelijkheid van de beroepen van belanghebbende tegen de naheffingsaanslagen parkeerbelasting beoordeeld. De beroepen zijn ingesteld tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, gedateerd 4 januari 2023. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer de beroepen niet-ontvankelijk zijn.

De rechtbank stelt vast dat belanghebbende het griffierecht, dat driemaal € 50,- bedraagt, niet tijdig heeft betaald. De griffier had belanghebbende bij aangetekende brieven van 15 februari 2023 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te voldoen. De rechtbank concludeert dat de brieven zijn afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar dat er geen tijdige betaling heeft plaatsgevonden. Belanghebbende heeft geen verontschuldigingen aangedragen voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor de rechtbank geen aanleiding ziet om de beroepen inhoudelijk te beoordelen.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/210, 23/211 en 23/212
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 mei 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
en
De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beslist de rechtbank over de beroepen van belanghebbende tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 4 januari 2023. De beroepen zien op de naheffingsaanslagen parkeerbelasting met aanslagnummers [aanslagnummer], [aanslagnummer] en [aanslagnummer].
1.2.
Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

2.Beoordeling door de rechtbank

2.1.
De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
2.2.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht driemaal € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een ‘goede’ reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft belanghebbende het griffierecht tijdig betaald?
2.3.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brieven van 15 februari 2023 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van de brieven. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL zijn de brieven afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
2.4.
Belanghebbende heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

3.Conclusie en gevolgen

3.1.
De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordeelt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

4.Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 26 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.