ECLI:NL:RBZWB:2023:3620
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 mei 2023, wordt beslist over de beroepen van belanghebbende tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, betreffende aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2018. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer het beroep niet ontvankelijk is.
De rechtbank stelt vast dat belanghebbende het griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald, ondanks een aangetekende brief van de griffier waarin belanghebbende werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te voldoen. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldigbare reden is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, aangezien belanghebbende geen verklaring heeft gegeven voor dit verzuim. Hierdoor blijft de beslissing van de inspecteur in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld.
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk, wat betekent dat de bestreden besluiten van de inspecteur blijven gelden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.