ECLI:NL:RBZWB:2023:3619
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 mei 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, die op 23 november 2022 een uitspraak op bezwaar had gedaan. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien de belanghebbende geen redenen heeft opgegeven voor het verzuim.
De griffier had de belanghebbende op 20 januari 2023 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. De rechtbank constateert dat de brief op het juiste adres is afgeleverd, maar dat de belanghebbende het griffierecht niet tijdig heeft voldaan. Aangezien er geen verontschuldiging voor het niet betalen is gegeven, concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat de eerdere beslissing van de heffingsambtenaar in stand blijft. De rechtbank wijst ook op het feit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.