ECLI:NL:RBZWB:2023:36

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2023
Publicatiedatum
4 januari 2023
Zaaknummer
02/319524-21 herstelvonnis
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in strafzaak met parketnummer 02/319524-21 met correcties op eerdere uitspraak

Op 4 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een herstelvonnis uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 02/319524-21. Dit herstelvonnis volgt op een eerdere uitspraak van 3 januari 2023, waarin enkele misslagen zijn geconstateerd. De rechtbank had in rechtsoverweging 6.3 een gevangenisstraf van 26 weken opgelegd, waarvan 25 weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, gecombineerd met een taakstraf van 150 uur. Echter, deze beslissing met betrekking tot de taakstraf was abusievelijk niet in het dictum opgenomen. De rechtbank heeft deze misslag hersteld door de taakstraf en de vervangende hechtenis in het dictum op te nemen, zonder dat dit de veroordeelde in enig rechtens te respecteren belang schaadt.

Daarnaast is er op pagina 5 van het vonnis een misslag geconstateerd, waarbij niet alle juiste artikelen waren opgenomen onder punt 7, 'De wettelijke voorschriften'. De rechtbank heeft besloten om de artikelen 22c, 22d en 57 toe te voegen aan de wettelijke voorschriften, zodat het vonnis correct is en voldoet aan de wettelijke vereisten.

De rechtbank heeft in haar beslissing de volgende punten opgenomen: de aanvulling van het dictum met de taakstraf van 150 uren, de vervangende hechtenis van 75 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, en de correctie van de wettelijke voorschriften. Dit herstelvonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier, die niet in de gelegenheid waren om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
parketnummer: 02/319524-21
herstelvonnis van de meervoudige kamer d.d. 4 januari 2023
gezien het vonnis van deze rechtbank van 3 januari 2023 in de strafzaak tegen
[verdachte 1] ,
Geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. B.M.C.F. de Groen, advocaat te Breda.

1.De geconstateerde misslagen

Gebleken is dat de rechtbank in rechtsoverweging 6.3, onder andere, als volgt heeft overwogen:
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van 26 weken, waarvan 25 weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, gecombineerd met een taakstraf van 150 uur, passend en geboden.
De rechtbank heeft abusievelijk verzuimd om deze beslissing ten aanzien van de taakstraf in het dictum op te nemen.
De rechtbank zal deze misslag herstellen door te bepalen dat de beslissing ten aanzien van de taakstraf en de vervangende hechtenis in het dictum zal worden opgenomen.
Overwegende dat veroordeelde door dit herstel niet in enig rechtens te respecteren belang wordt geschaad.
Voorts is in het vonnis op pagina 5 sprake van een misslag, namelijk dat abusievelijk niet alle juiste artikelen zijn opgenomen bij “punt 7. De wettelijke voorschriften”.
De rechtbank zal deze misslag herstellen in die zin dat onder punt 7. De wettelijke voorschriften de artikelen 22c, 22d en 57 dienen te worden toegevoegd.
Overwegende dat veroordeelde door dit herstel niet in enig rechtens te respecteren belang wordt geschaad.

2.De beslissing

De rechtbank:
- herstelt het door deze rechtbank onder parketnummer 02/319524-21 op 3 januari 2023 gewezen vonnis;
- bepaalt dat het dictum wordt aangevuld met de volgende beslissingen:
- veroordeelt verdachte toteen taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,vervangende hechteniszal worden toegepast van75 dagen;
- bepaalt dat op pagina 5 onder punt ‘7. De wettelijke voorschriften’ de tekst luidt:
De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Aldus gewezen op 4 januari 2023 door mr. A.B. Scheltema Beduin, voorzitter, mr. M. van de Wetering en mr. K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.G.E. van Dooren, griffier.
Mr. van de Wetering, mr. Verschueren en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.