ECLI:NL:RBZWB:2023:3426
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 26 mei 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2017 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, waarbij het belastbaar inkomen uit werk en woning € 45.866, het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang € 49.862 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen € 3.031 bedroeg. Tevens was er belastingrente in rekening gebracht. Het bezwaar van belanghebbende werd door de inspecteur ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 12 mei 2023 hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de aanslag werd verminderd naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 20.000, met handhaving van de overige elementen van de aanslag. De inspecteur heeft ook toegezegd de proceskosten van belanghebbende te vergoeden op basis van de forfaitaire regeling en het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, en de aanslag en belastingrentebeschikking dienovereenkomstig verminderd. De proceskosten zijn vastgesteld op € 2.868, en de inspecteur is veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan belanghebbende, evenals het griffierecht van € 50. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.