In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een zaak waarin eiseres, die door gedaagde door het hoofd is geschoten, schadevergoeding vorderde. De rechtbank oordeelde dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade die eiseres heeft geleden. De vordering van eiseres, die onder andere het verlies aan verdienvermogen en de fiscale component omvatte, werd in zijn geheel toegewezen. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 668.350,11 aan eiseres, inclusief de fiscale component, maar exclusief wettelijke rente vanaf 15 november 2021.
De procedure begon met een verstekvonnis van 20 juli 2022, waarin de vorderingen van eiseres werden toegewezen, met uitzondering van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring. Gedaagde heeft in verzet de vernietiging van het verstekvonnis gevorderd, maar erkende dat hij onrechtmatig had gehandeld en aansprakelijk was voor de schade. De rechtbank bevestigde dat de schadeposten voldoende waren komen vast te staan en dat gedaagde aansprakelijk was voor deze kosten.
De rechtbank heeft de schade van eiseres vastgesteld door haar huidige situatie te vergelijken met de hypothetische situatie waarin het voorval niet had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat het door bureau Laumen berekende verlies aan verdienvermogen van € 474.552,00 redelijk was. Daarnaast werd de fiscale component, die door Laumen was begroot op € 148.878,00, eveneens toegewezen. Gedaagde werd als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verzetprocedure verwezen.