ECLI:NL:RBZWB:2023:3152
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaarschriften kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 11 mei 2023, zijn de beroepen van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beslissingen van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de kinderopvangtoeslag over de jaren 2006 tot en met 2009. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op de bezwaarschriften die op 10 oktober 2022 waren ingediend. De rechtbank stelde vast dat de beslistermijn op 13 februari 2023 was verstreken en dat eiseres de Belastingdienst op 16 februari 2023 in gebreke had gesteld. De rechtbank oordeelde dat de beroepen kennelijk gegrond waren, omdat de Belastingdienst nog geen nieuw besluit had genomen. De rechtbank droeg de Belastingdienst op om binnen drie weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de bezwaarschriften. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten en het betaalde griffierecht. De rechtbank oordeelde dat de bezwaarschriften inhoudelijk samenhangen, waardoor slechts één dwangsom verbeurd werd, ondanks dat er twee bezwaarschriften waren ingediend. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.