ECLI:NL:RBZWB:2023:3017
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. Broeders
- E.J. Govaers
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van het verzoek om intrekking van de omgevingsvergunning voor de bouw van windturbines
Op 2 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, bewoners van de omgeving, in beroep zijn gegaan tegen de afwijzing van hun verzoek om intrekking van een omgevingsvergunning voor de bouw van vier windturbines met bijbehorende infrastructuur aan het adres [adres] 4 in [plaatsnaam 1]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland op 23 juni 2021 het verzoek van eisers om intrekking van de omgevingsvergunning heeft afgewezen. Dit besluit is door eisers bestreden, waarna het college het bezwaar ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 1 februari 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de gevolgen van het Nevele-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat oordeelde dat voor bepaalde windturbines een milieubeoordeling had moeten plaatsvinden. De rechtbank concludeert dat de verleende omgevingsvergunning in strijd is met het Unierecht, omdat de vereiste milieubeoordeling niet is uitgevoerd. Dit leidt tot de conclusie dat het college niet heeft onderkend dat de schending van het Unierecht doorwerkt naar de verleende omgevingsvergunning. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen om binnen 24 weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het college de MER-beoordeling opnieuw moet beoordelen en mogelijk moet aanvullen of opnieuw moet uitvoeren. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het college opgedragen het griffierecht aan eisers te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige besluitvorming in overeenstemming met het Unierecht, vooral in zaken die betrekking hebben op milieubescherming en de impact van windturbines op de omgeving.