11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2:medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens
en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van
categorie III;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het
voorwaardelijke deelvan de straf
niet ten uitvoerwordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaarden:
* dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van deze uitspraak meldt bij Reclassering Nederland aan de Langendijk 34 te (4819 EW) Breda, telefoon- nummer 0888041505, waarna verdachte zich blijkt melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte de cognitieve vaardigheidstraining CoVa die zij reeds is gestart, afmaakt,
waarbij verdachte zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
* dat verdachte zich ambulant laat behandelen bij de Forensische Psychiatrische Polikliniek van de [zorgorganisatie] , te bepalen door de reclassering, waarbij verdachte zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen die haar in dat kader worden gegeven;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis
in voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- verklaart het volgende in beslag genomen voorwerp onttrokken aan het verkeer:
- wapen, zwart, merk Mod.85 Auto, met goednummer G2519644;
- gelast de teruggave aan [aangeefster] van het volgende in beslag genomen voorwerp:
- € 1.750,00, met goednummer G2519649;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] van € 2.500,00
aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [aangeefster] , een bedrag van € 2.500,00 aan immateriële schade te betalen voor feit 1, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 35 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst het verzoek tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.WM. Speekenbrink, voorzitter, mr. G.M.J. Kok en mr. T. Kemper, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 april 2023.
Mr. Kok en mr. Kemper zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.