ECLI:NL:RBZWB:2023:2562
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) en de onafhankelijkheid van de hertaxateur
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, die op 10 december 2021 een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) heeft opgelegd. De rechtbank behandelt het beroep op 17 april 2023 en concludeert dat de naheffingsaanslag voor auto 2 juist is, maar dat er rekening moet worden gehouden met een extra leeftijdskorting. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de hertaxateur voldoende deskundig en onafhankelijk heeft ingeschakeld, en dat de beroepsgrond van belanghebbende over de deskundigheid van de hertaxateur faalt. De rechtbank stelt vast dat de naheffingsaanslag voor auto 1 niet voldoende onderbouwd is en vermindert deze tot een bedrag van € 1.861. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld tot het betalen van een vergoeding voor immateriële schade en proceskosten aan belanghebbende. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en verklaart het beroep gegrond.