ECLI:NL:RBZWB:2023:2377
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens overschrijding van de beroepstermijn in belastingzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende, die beroep had ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, werd geconfronteerd met de niet-ontvankelijkheid van zijn beroep. De beroepen betroffen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2016 tot en met 2018, met bijbehorende aanslagnummers. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift was overschreden. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt een termijn van zes weken voor het indienen van een beroepschrift, die begint op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. In dit geval was de dagtekening 7 juli 2022, waardoor de termijn eindigde op 18 augustus 2022. Het beroepschrift was echter pas op 8 september 2022 ontvangen, wat te laat was. De rechtbank heeft de belanghebbende de gelegenheid gegeven om te reageren op de termijnoverschrijding, maar er zijn geen verontschuldigbare omstandigheden naar voren gebracht. Daarom verklaarde de rechtbank de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing.