Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
geboren op [geboortedag] 1970,
wonende te [woonadres] ,
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 3 november 2022 in het onderzoek Blacksher onder klaagster in beslag is genomen: een donkerblauwe Iphone (hierna: de telefoon);
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 24 november 2022 ter griffie van deze rechtbank;
- de reactie van de officier van justitie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
onderzoek Blacksher) waarbij de vermoedelijke schutter [verdachte] is gevlucht, op 3 november 2022 ter aanhouding van de verdachte is binnengetreden in zijn ouderlijke woning gelegen aan de [woonadres] . Die woning is die dag ook doorzocht. Uit de kennisgeving van inbeslagname blijkt dat tijdens de doorzoeking een telefoon in beslag is genomen waarvan klaagster thans om teruggave verzoekt.
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).