Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: klager.
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 3 november 2022 onder klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen hem in beslag zijn genomen: een Iphone 14, een Iphone 14 pro en een lphone 13 mini (hierna: de telefoons);
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 24 november 2022 ter griffie van deze rechtbank;
- de reactie van de officier van justitie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
onderzoek Blacksher). Daartoe is in het belang van het onderzoek op 3 november 2022 binnengetreden in een woning gelegen aan de [adres] alwaar klager en zijn broer zeer regelmatig zouden verblijven. Die woning is die dag ook doorzocht. In het kader van waarheidsvinding zijn daarbij drie telefoons onder klager inbeslaggenomen, zo blijkt uit de kennisgevingen van inbeslagname welke als bijlage bij de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie van 21 maart 2023 zijn gevoegd.
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).