ECLI:NL:RBZWB:2023:227

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
BRE-22-2549
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan machtiging

Op 20 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-2549, waarbij belanghebbende, vertegenwoordigd door een gemachtigde, beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Roosendaal. Het beroep betreft een aanslag leges. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde geen machtiging heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd is om namens belanghebbende beroep in te stellen. Dit is in strijd met artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de gemachtigde eerder verzocht om dit verzuim te herstellen door een uittreksel uit het handelsregister te overleggen, maar hierop is geen reactie ontvangen. Gezien het ontbreken van een verontschuldiging voor dit verzuim, heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingen
zaaknummer: BRE 22/2549

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2023 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [vestigingsplaats] , belanghebbende,

(gesteld gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

De heffingsambtenaar van de gemeente Roosendaal, de heffingsambtenaar.

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 22 maart 2022 beroep ingesteld. Het beroep ziet op de aanslag leges met nummer [aanslagnummer] .

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
De gesteld gemachtigde heeft bij het beroepschrift geen informatie bijgevoegd waaruit blijkt dat hij gemachtigd dan wel bevoegd is beroep in te stellen namens belanghebbende. De rechtbank heeft bij aangetekende brief van 26 september 2022 verzocht om binnen twee weken dit verzuim te herstellen. Daarbij is verzocht een uittreksel uit het handelsregister toe te sturen waaruit blijkt wie als (uiteindelijk) bevoegd bestuurder gerechtigd is beroep in te stellen. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
De gesteld gemachtigde heeft binnen die termijn niet gereageerd en heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 20 januari 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.