ECLI:NL:RBZWB:2023:222
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een naheffingsaanslag parkeerbelasting door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De naheffingsaanslag, opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, betreft een bedrag van € 45, dat is opgelegd op basis van een controle op 12 oktober 2021, waarbij werd vastgesteld dat geen parkeerbelasting was voldaan. De belanghebbende had een bewonersvergunning, maar deze was niet tijdig betaald, waardoor de vergunning op het moment van parkeren niet geldig was. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar terecht de naheffingsaanslag heeft opgelegd, omdat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor het parkeren met een vergunning. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden die de belanghebbende aanvoert, zoals het niet ontvangen van e-mails en het vertrouwen op een telefonische mededeling, niet afdoen aan haar verantwoordelijkheid voor tijdige betaling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag.