ECLI:NL:RBZWB:2023:216
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beroepen tegen aanslagen leges door de rechtbank
Op 17 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken van belanghebbenden tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant. De belanghebbenden, vertegenwoordigd door mr. G.P. Smit, hebben beroep aangetekend tegen twee aanslagen leges die hen waren opgelegd. De eerste aanslag had een dagtekening van 29 september 2020 en de tweede van 15 december 2020, beide ter hoogte van € 150. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar tegen de eerste aanslag niet-ontvankelijk en het bezwaar tegen de tweede aanslag ongegrond, waarna de belanghebbenden in beroep gingen.
De rechtbank heeft in deze zaak geen zitting gehouden, omdat dit niet noodzakelijk was volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De heffingsambtenaar heeft in een brief van 18 oktober 2022 aangegeven dat de aanslagen leges ambtshalve zijn vernietigd en dat de reeds betaalde leges zo spoedig mogelijk zullen worden terugbetaald. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbenden gegrond verklaard en de uitspraken op bezwaar en de aanslagen leges vernietigd.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 49 moet vergoeden en dat belanghebbenden recht hebben op een forfaitaire proceskostenvergoeding van € 1.133. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een integrale vergoeding van de juridische kosten rechtvaardigden. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar niet onzorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is voor een hogere schadevergoeding.