Op 31 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die sinds 2003 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. Betrokkene is in 1992 veroordeeld voor ernstige misdrijven, waaronder moord en verkrachting, en verblijft momenteel in een tbs-instelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis en een hoog recidiverisico, wat de verlenging van de tbs noodzakelijk maakt. De rechtbank heeft ook de adviezen van de tbs-instelling en externe deskundigen in overweging genomen, die allen hebben geadviseerd om de tbs te verlengen. De verdediging pleitte voor een kortere verlenging van één jaar, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren om van het uitgangspunt van een verlenging van twee jaar af te wijken. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van anderen voorop staat en dat er geen reële kans is dat de situatie van betrokkene binnen een jaar zodanig verandert dat een beëindiging van de tbs aan de orde kan zijn. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.