ECLI:NL:RBZWB:2023:2051
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake belastingaanslag
Op 28 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, die op 17 juni 2022 was gedaan. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 25 november 2022 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift te laat zou zijn ingediend. De belanghebbende heeft hiertegen verzet ingesteld, zonder te verzoeken om een zitting.
De rechtbank heeft in deze verzetzaak beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was gedaan zonder zitting. De rechtbank concludeerde dat de uitspraak op bezwaar niet op de juiste wijze was bekendgemaakt aan de gemachtigde van de belanghebbende. De gemachtigde was pas op 23 juli 2022 op de hoogte gesteld van de uitspraak op bezwaar, waardoor de beroepstermijn pas op dat moment begon te lopen. De rechtbank oordeelde dat de eerdere conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk was, onterecht was.
Daarom verklaarde de rechtbank het verzet gegrond, waardoor de eerdere uitspraak verviel en het onderzoek in de zaak hervat zou worden. De rechtbank veroordeelde de heffingsambtenaar van de gemeente Breda in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 209,25. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.