ECLI:NL:RBZWB:2023:1815
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 maart 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 22 februari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres op 27 december 2022 verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank stelt vast dat er na de ingebrekestelling geen besluit is genomen door verweerder, waardoor het beroep gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen zes weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast stelt de rechtbank de bestuurlijke dwangsom vast op € 1.442,-, omdat er meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres krijgt ook haar griffierecht van € 50,- vergoed en een proceskostenvergoeding van € 418,50. De rechtbank benadrukt dat de zaak als licht wordt aangemerkt, gezien de jurisprudentie over geschillen met betrekking tot het uitblijven van een besluit.