Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres]
Verzoeker is [verzoeker] voornoemd.
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 386,14, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 156,96, voor vergoeding van vermogensschade (gederfde inkomsten);
- € 18,50, voor vergoeding van reiskosten;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- het vonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 9 mei 2022 waarbij verzoeker is ontslagen van alle rechtsvervolging (bewezene niet strafbaar);
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie.
middels bijstand van een raadsman’, spreekt de Engelstalige, wel gezaghebbende tekst van ‘
legal assistance’, hetgeen naar de mening van verzoeker gelijk kan worden gesteld aan elkaar.
2.De beoordeling
HR 7 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:344) aansluiting gezocht bij artikel 37, eerste lid, Sv. Hieruit volgt dat als raadslieden worden toegelaten de op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten ingeschreven advocaten. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door de heer [naam] , werkzaam als juridisch adviseur in Leerplichtwet-zaken, die niet is ingeschreven in het landelijk advocatentableau van de Nederlandse Orde van Advocaten en die ook niet overeenkomstig artikel 37, tweede lid, Sv als raadsman is toegelaten. Voornoemde regeling hangt ermee samen dat in strafzaken de verlening van rechtsbijstand plaatsvindt door een advocaat, waarbij die rechtsbijstandverlening is omgeven met waarborgen die er in het bijzonder in bestaan dat een advocaat is gebonden aan de wet- en regelgeving die op het optreden als advocaat van toepassing zijn en is onderworpen aan het tuchtrecht. Hieruit volgt dat onder de kosten van een raadsman als bedoeld in artikel 530, tweede lid, Sv ook niet kunnen worden begrepen de kosten van degene die op grond van artikel 398, aanhef en onder 2°, Sv de verdachte vertegenwoordigt op de terechtzitting in de strafzaak bij de kantonrechter. De in die bepaling genoemde vertegenwoordiging door een gemachtigde kan immers niet worden gelijkgesteld met het verlenen van rechtsbijstand door een raadsman. Dat rechtsbijstandverlening voor de heer [naam] een vast onderdeel van een duurzame op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening vormt en dat hij deskundig is op het gebied van de Leerplichtwet en andere onderwijswetgeving, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank gelet op het voorgaande dus niet anders. Nu verzoeker niet door een raadsman als bedoeld in artikel 37 Sv is bijgestaan, acht de rechtbank geen gronden aanwezig voor toekenning van de gevraagde vergoeding.
€ 18,50verzocht voor reiskosten in verband met het bijwonen van de zitting. De rechtbank is gelet op de inhoud van het verzoek en de nadere toelichting van verzoeker in raadkamer van oordeel dat deze kosten voldoende zijn onderbouwd en zal dit bedrag dan ook toewijzen.
€ 125,04.
3.De beslissing
€ 143,54zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van [verzoeker] , onder vermelding van “ [betalingskenmerk] ”.