ECLI:NL:RBZWB:2023:1594
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep inzake terugbetaling van te veel ontvangen AOW-pensioen en de hoogte van het aflossingsbedrag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 maart 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld met betrekking tot de terugbetaling van te veel ontvangen AOW-pensioen. Eiseres heeft in 2016 te horen gekregen dat zij een bedrag van € 20.735,30 aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) moet terugbetalen, omdat zij niet heeft gemeld dat zij samenwoonde met haar ex-vriend. De SVB heeft een betalingsregeling getroffen, maar heeft in latere besluiten de hoogte van het aflossingsbedrag aangepast. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de verhoging van het aflossingsbedrag naar € 492,95 per maand, omdat zij vreest in financiële problemen te komen. De SVB heeft echter gesteld dat de regels voor de berekening van de beslagvrije voet zijn gewijzigd en dat het aflossingsbedrag correct is vastgesteld. Tijdens de zitting op 11 januari 2023 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, vergezeld door haar dochter, terwijl de SVB werd vertegenwoordigd door mr. P.C.A. Buskens. De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd en uiteindelijk geconcludeerd dat eiseres geen procesbelang meer heeft, omdat de SVB haar verzoek om het aflossingsbedrag te handhaven op € 246,48 heeft ingewilligd. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.